06 - 12 - 1629

Presentielijst:

Resoluties:

1 De schepenen van 's- Hertogenbosch vragen in hun brief d.d. 's-Hertogenbosch 3 dec. ritmeester Bacx te bevorderen tot het hoogschoutambt aldaar.
HHM nemen geen besluit omdat het ambt al vergeven is.

2 Op het verzoek van de eigenaren om teruggave van de door de Fransen in de havens van Vlaanderen gekochte schepen, besluiten HHM het rapport af te wachten van hun gedeputeerden tot het onderzoek van de door de Admiraliteiten gegeven adviezen over de toegezonden casuspositie.

3 Pierre de Thosse en zijn consorten, burgers en kooplieden uit Calais, beklagen zich erover dat zij ondanks de resolutie en het appointement van HHM d.d. 9 okt. niet de opbrengst van de met de Sint Joris opgebrachte wijn hebben verkregen van de Admiraliteit in het Noorderkwartier .
HHM besluiten de Admiraliteit ernstig te schrijven alsnog de opbrengst aan de supplianten te overhandigen.

4 Op het verzoek van Catharina van Nierop, weduwe van kapitein Thomas Roo, om een jaarlijks traktement als vergoeding voor zijn goede diensten, besluiten HHM het advies van de RvS in te winnen.

5 Gysbert van IJssem, schepen te Elten, verzoekt om onderhoud voor hem en zijn familie als vergoeding voor zijn waarschuwing dat de vijand de Betuwe wilde binnentrekken, voor de hem daarvoor door de vijand toegebrachte schade en voor de vervolging die hij als gevolg daarvan moet lijden.
HHM besluiten het verzoek aan de RvS te geven om daarover goedgunstig te beslissen.

6 Hoogenhouck verzoekt om betaling van 2.000 rijksdaalder, door hem te Hamburg op wissel getrokken ter betaling van het garnizoen in Glückstadt. Paul de Willem en Cornelis van Leeuwen verzoeken om betaling van 107.000 gld. met de in november vervallen rente en van 50.000 gld. zonder de in november vervallen rente.
HHM besluiten beide verzoeken aan de thesaurier-generaal, de voormalige ontvanger-generaal en de huidige ontvanger-generaal te geven voor onderzoek en advies over waaruit de supplianten betaald behoren te worden, met vermelding van de provincies die hun quoten in deze bedragen voldaan hebben.

7 Op het verzoek van Bartholomeeus Grouwels, koopman te Amsterdam, stemmen HHM in met voorschrijven aan de landstenden, ambachtshuizen en de landschap en de stad Kreisfeld om 18.000 rijksdaalder te verkrijgen volgens zijn obligatie.

8 Gelezen is het advies van de RvS d.d. 4 dec. over de brief van de Gedeputeerde Staten van het Kwartier Nijmegen aan HHM voor kapitein Sint Hilaire, commandant te Nijmegen. Hij wil zijn compagnie, die begin 1629 net als andere compagnieën van honderdvijftig man is versterkt, op een hoger aantal dan vroeger houden. De RvS adviseert de compagnie van Sint Hilaire op honderdvijftig te houden.
HHM besluiten het advies over te nemen. Desniettegenstaande verzoeken HHM de RvS nader te adviseren over waaruit de versterking met dertig man betaald zou moeten worden.

9 Scheepsgezel Wolter Eversz. verzoekt vergoeding voor het feit dat bij het verdedigen van het land beide botten van zijn been zijn verbrijzeld door een vijandelijk kanonschot op de Veluwe.
HHM besluiten de suppliant 75 gld. smartegeld toe te kennen, waarvan ordonnantie wordt gedepêcheerd, en de RvS te machtigen de suppliant bij de ter repartitie van Gelderland staande compagnie van kapitein Clooster te plaatsen met maandelijkse soldij.

10 Josias Marischal, voormalig secretaris van de overleden agent Pieter Maertsz. Coij in Algiers, verzoekt om betaling van 252 stukken van achten en van 80 gld., door de suppliant aan Coy betaald volgens de wisselbrieven.
Alvorens hierover te beslissen, besluiten HHM dat de suppliant hen tevreden moet stellen over wat Coij in zijn brief d.d. 19 aug. 1628 ten laste van de suppliant heeft geschreven, waartoe hem de brief ter hand zal worden gesteld.

11 Op het verzoek van Barent Taepkens, controleur van de konvooien en licenten te Wezel, stemmen HHM ermee in dat zijn schoonzoon, Jacob Donder, dit ambt gedurende de ziekte van de suppliant waarneemt.

12 De Engelse schipper Robert Faake verzoekt om restitutie van zijn schip dat met lading en al door de Duinkerkers is genomen en vervolgens door de schepen van de Republiek op de Duinkerkers is veroverd voordat het naar de havens van Vlaanderen is gebracht.
HHM besluiten hun gedeputeerden tot het onderzoeken van de adviezen van de Admiraliteiten over de casuspositie te vragen het verzoek te bekijken en er verslag over uit te brengen. Desniettegenstaande besluiten ze het verzoek aan de Admiraliteit in Zeeland te sturen voor informatie en advies.

13 Op het verzoek van ritmeester Boyo Ocko van der Wenge stemmen HHM in met voorschrijven aan de bisschop van Osnabrück om restitutie te verkrijgen van zijn in de stad en het bisdom Osnabrück gelegen huizen, landen en goederen, die door de bisschop in beslag zijn genomen omdat de suppliant zich heeft laten gebruiken in dienst van de koning van Denemarken tegen de keizer.

14 Verscheidene pachters in 's- Hertogenbosch die diverse pachten zijn aangegaan, verzoeken maandelijks niet meer naar het kantoor van de ontvanger aldaar te hoeven brengen dan zij aan pachten ontvangen.
Alvorens te beslissen, besluiten HHM het advies van de RvS in te winnen.

15 Kolonel Morgan en zijn officieren van het regiment uit Denemarken verzoeken nader om hun het transportgeld van dit regiment te verschaffen, net als bij andere vandaar gekomen regimenten die dezelfde dienst verricht hebben, is gebeurd, omdat de supplianten hiervoor in Engeland geen betaling zullen krijgen.
Gelet op de aanbeveling van Z.Exc. om de supplianten voor een deel te betalen, besluiten HHM dat de RvS het verzoek zal onderzoeken en zal adviseren over het feit of de schippers van de Republiek die het regiment hiernaartoe hebben vervoerd, in mindering van het gevraagde transportgeld betaald moeten worden. Tevens is Joachimi gelast dit geld naast het geld van het leger van de koning van Groot-Brittannië terug te vorderen.

16 Na beraad besluiten HHM een plakkaat op te stellen tegen de invoer, het drukken, het verkopen of het verspreiden van allerlei ergerlijke en opruiende boeken, liederen etc. waaraan alle drukkers zich voortaan moeten houden.

17 Ontvangen is een brief van Langerack d.d. 26 nov. met diverse voorstellen en beschouwingen over de huidige stand van zaken, het beginnen van een oorlog tussen de koning van Frankrijk en de koning van Spanje, de wederzijdse correspondentie en het sturen van een ambassadeur van de Republiek naar Frankrijk in verband met deze zaak.
HHM besluiten een antwoord op deze brief op te stellen om na overleg met Z.Exc. vastgesteld te worden.

18 Ter vergadering wordt gesteld dat resident Carlaton sterk blijft aandringen op een antwoord op de door ambassadeur Vane aan de gedeputeerden van HHM gegeven memories.
HHM besluiten de heren van Holland te verzoeken hierover te adviseren, wat zij toegezegd hebben.

19 Ontvangen is een brief van de koning van Frankrijk d.d. Parijs 19 nov. met het ernstige verzoek het schip van Jan Pissot met lading te restitueren aan mevrouw De Marignij, die zich kwalificeert als eigenares van schip en lading. Het schip is door oorlogsschepen van de Republiek op zee in beslag genomen en de lading zou ten dele naar Vlissingen worden gestuurd en ten dele naar de Admiraliteit in het Noorderkwartier .
HHM besluiten de Admiraliteit in Zeeland te schrijven tot nader order af te zien van de verkoop van het schip en van de goederen. De gedeputeerden van HHM tot het onderzoek van de adviezen van de Admiraliteiten over de casuspositie wordt verzocht het onderzoek af te ronden en verslag uit te brengen.

20 Geresumeerd is het op 4 nov. aan HHM gedane verzoek van Pieter de Mulder.
HHM verklaren dat indien de suppliant bij oorlogsondernemingen in dienst van de Republiek sneuvelt, HHM de 600 gld. per jaar die hem voor de aanval op Wezel zijn toegekend, aan zijn weduwe en kinderen zullen blijven geven. HHM verzoeken de RvS de suppliant bij de eerste vacante militaire post waartoe hij bekwaam is, boven alle anderen te verkiezen en in dienst te nemen.

21 Ontvanger-generaal Doublet en commies Verhaer compareren en herhalen het eergisteren door de ontvanger gedane voorstel om meteen geld te verschaffen ter betaling en afdanking van diverse pas gelichte compagnieën en regimenten.
HHM besluiten de ontvanger te antwoorden de Gecommitteerde Raden van Holland en West-Friesland hetzelfde uiteen te zetten en zich ervoor in te spannen de rest van de door de WIC beloofde op rente te verschaffen 400.000 gld. te ontvangen.

22 Brunixs bericht HHM over een brief van de burgemeesters van Hoorn d.d. 1 dec. aan hun gedeputeerden ter vergadering van de Staten van Holland en West-Friesland , die tegenwoordig staatsgewijze vergaderen. De brief bevat het verzoek de WIC de reders van de vijf beschadigde zoutschepen schadevergoeding te laten geven en te regelen dat de schepen van het Noorderkwartier ongehinderd zout mogen halen in West-Indië ondanks het verzet van de WIC.
HHM besluiten een uittreksel van het betreffende gedeelte van de brief aan Heren Negentien te sturen om zo snel mogelijk hierop te antwoorden, waarna HHM de zaak kunnen regelen.

23 Op het verzoek van Willem Schenck kennen HHM hem 25 gld. toe waarvan ordonnantie zal worden gedepêcheerd. De RvS wordt gemachtigd de suppliant bij een compagnie te voet te plaatsen met een maandelijkse soldij.

24 Ontvangen is een brief van de RvS d.d. 's-Gravenhage 4 dec. waarin gemeld wordt dat de ruiters van Geertruidenberg geen genoegen nemen met de door de RvS volgens een eerdere resolutie van HHM toegekende 1.500 gld. voor het rantsoen van Groffils en Bonours. Zij beweren dat ze de 1.300 rijksdaalder behoren te ontvangen die Groffils hun vrijwillig beloofd heeft boven het recht van gouverneur en officieren, en voor Bonours tenminste 5.000 gld. volgens het daarover uitgevaardigde plakkaat.
HHM besluiten de RvS te machtigen de ruiters genoegdoening te geven zonder acht te slaan op de eerdere resolutie van HHM. Voortaan moet erop gelet worden waar men het geld geheel of ten dele behoort terug te vorderen.

25 Op het verzoek van de heer van Hardenbrouck stemmen HHM in met voorschrijven aan de in Luik residerende nuntius van de paus opdat het proces dat de suppliant heeft uitstaan tegen zijn schoonvader zo snel mogelijk wordt afgehandeld.

26 Gelezen is de order van de RvS d.d. 4 dec. om soldaten te sturen naar de kwartieren van het Land van Kleef, Berg en Mark, mede gelet op de aantekeningen van de regimenten en compagnieën die daarheen bestemd zijn.
Op het dringende verzoek van de gedeputeerden van Friesland besluiten HHM het aantal te sturen compagnieën te verhogen met acht compagnieën te voet en twee ruitercompagnieën, die afgelopen zomer door Friesland ten laste van de Generaliteit gelicht zijn. Volgens de gedeputeerden van Friesland zijn ze gereed om naar de genoemde landen te marcheren, met dien verstande dat deze compagnieën en die van Groningen elk naar honderd man worden teruggebracht.
Verder stemmen HHM ermee in Johannes Retzer op te dragen al het geld dat door de genoemde landen tot onderhoud van de soldaten moet worden opgebracht, volgens een bepaalde quotisatie te ontvangen. Ook moet Retzer het geld weer uitkeren volgens bovengenoemde order en particuliere instructie van de RvS. Hij moet elke veertien dagen HHM een staat met ontvangsten en uitgaven sturen waarop de steden, dorpen en kwartieren vermeld staan die het geld hebben opgebracht alsmede de namen van de personen aan wie Retzer het geld heeft uitgekeerd opdat HHM weten welke plaatsen wel en welke niet betalen, en of de soldaten hun geld ontvangen, ter voorkoming van excessen.
HHM verzoeken de RvS ervoor te zorgen dat de bewoners van de genoemde landen onder het voorwendsel van fortificatiewerken niet in de schatting te hoog worden aangeslagen en niet lastiggevallen worden. Nader moet worden aangegeven wat een ritmeester zal krijgen en wat graaf Willem, die voor het hoogste gezag over genoemde soldaten wordt aanbevolen, zal ontvangen.