11
Sommelsdijck en
Van Goch compareren en
berichten dat
Burlamachi gisteravond in
's-
Gravenhage is teruggekeerd. Hij neemt het hen
zeer
kwalijk dat zijn reis in
Rotterdam is
vertraagd
door zijn civiele arrest uit naam van HHM door de RvS. Hij
beweert niet gearresteerd te kunnen worden omdat hij het land is
binnengekomen met geloofsbrieven van de
koning van
Groot-Brittanniƫ. Desondanks stemt hij in met het geven
van
een assignatie van 120.000 gld. op
Calandrini
c.s.
te
Amsterdam, te betalen uit de opbrengst van het
geschut dat
Burlamachi Calandrini c.s. binnen drie jaar zal sturen volgens het
met
hen gesloten contract. Het is ook mogelijk dat HHM enkele stukken
van
het geschut aannemen met een evenredige waarde. Sommelsdyck en Van
Goch
verzoeken HHM te verklaren of zij instemmen met de assignatie.
De heren van
Holland verzoeken deze zaak met hun
principalen
te mogen bespreken.
Intussen
besluiten HHM de RvS te machtigen alle middelen te gebruiken om met
zo
min mogelijk belediging nadere verzekering te krijgen van de schuld
van
181.000 gld., waarbij een andere dan contante betaling wordt
geweigerd.
Vane,
extraordinaris ambassadeur van de koning van Groot-Brittanniƫ,
moet
van alles op de hoogte gehouden worden.