09/01/1630

 
English | Nederlands

09 - 01 - 1630

Presentielijst:

Resoluties:

1 Rantwyck en andere gedeputeerden van HHM rapporteren overeenkomstig de resolutie van HHM d.d. 8 jan. met Z.Exc. te hebben overlegd. Op diens advies zijn ze daarna in overleg getreden met ambassadeur De Beaugy. Zij hebben hem beleefd uiteengezet hoezeer HHM de alliantie met de kroon van Frankrijk altijd hebben gewaardeerd en als een grote eer hebben beschouwd. Daarnaast hebben zij laten weten dat ordinaris en extraordinaris ambassadeurs van HHM zowel voor als na het aflopen van het traktaat van Compiègne alles in het werk hebben gesteld om deze alliantie te continueren, wat door omstandigheden niet is gelukt. Daarom zou de last van De Beaugy zo veelomvattend moeten zijn dat hier zowel over de breuk met Spanje als over de alliantie in het geheel kan worden onderhandeld en besloten. Zij hebben daarna de ambassadeur gepolst of - indien wordt overeengekomen op de eerste drie van de vier op 29 dec. 1629 door De Beaugy aan de gedeputeerden van HHM gedicteerde punten - bekrachtiging daarvan verzekerd was, indien de bepalingen van de alliantie waarnaar het vierde punt verwijst geen voortgang zouden vinden. De ambassadeur heeft daarop ronduit verklaard dat zijn last door de koning nauwkeurig is omschreven. Hij is slechts gemachtigd om hier de voornoemde drie punten met HHM te regelen, in het geheim en zo spoedig mogelijk. Deze kunnen echter geen effect sorteren voordat de alliantie in Frankrijk is bekrachtigd. Hij vertrouwt er evenwel op dat er over de andere punten geen probleem ontstaat, daar deze in voorgaande allianties begrepen waren. De gedeputeerden hebben de ambassadeur om verschillende redenen verzocht om zijn last te laten uitbreiden tot het hele stuk. De ambassadeur heeft toegezegd dit aan de koning te schrijven.

2 HHM lezen het verzoek van de reders van Willem Bontgen, voormalig schipper op het schip Het Vergulde Lam. Het schip van Bontgen is door een zeerover afgenomen, die het in Galicië aan enkele Portugezen heeft verkocht. Het schip is daarna op zee door kapitein op de kaapvaart Jan Verbeeq veroverd en opgebracht te Rotterdam. De supplianten vragen om teruggave van het schip tegen betaling van een behoorlijk bergloon. Dit wordt ter beoordeling gelaten aan de Admiraliteit te Rotterdam .
HHM zullen het verzoek opsturen aan de genoemde Admiraliteit en vragen dit College op het punt van het bergloon tussen beide partijen een schikking te treffen, indien mogelijk. Zo niet, dan dienen ze het verzoek aan HHM terug te sturen, voorzien van hun advies over deze kwestie.

3 Op het verzoek van Ernestus Mebesius, secretaris van resident Aissma, is besloten opdracht te geven hem 67 rijksdaalder en 38 st. aan reiskosten te betalen. Deze betreffen zijn reis van Hamburg naar dit land en terug.

4 Constantuus Citareus, die een korte inhoud van alle hoofdstukken van het Oude en Nieuwe Testament op rijm heeft gezet, verzoekt dit met octrooi van HHM te laten drukken op de gebruikelijke voorwaarden en boetebepalingen.
HHM zullen het stuk eerst laten onderzoeken door de classicale vergadering te 's- Gravenhage, om te zien of uitgave in druk stichtelijk is.1

5 Ontvangen is een brief van het stadsbestuur van Amsterdam d.d. 3 jan., met het antwoord op een brief van HHM d.d. 28 dec. 1629. Zonder de bevolking te schaden kan men kooplieden uit Bremen in het voorjaar de uitvoer van tweehonderd last rogge toestaan. Voorwaarde is wel dat de inkoop verstandig gebeurt en dat deze concessie geen precedenten schept.
Uitkomst van het overleg is dat de uitvoer toch wordt verhinderd.

6 Ontvangen is een brief van de burgemeesters, schepenen en raad van de stad Wezel d.d. 29 dec. 1629. Zij verzoeken de distributie van de servitiën onder hun beheer te stellen, zoals in enkele naburige steden.
De brief gaat voor advies naar de RvS.

7 Glaude Kaijmax, schrijnwerker te Dordrecht, verzoekt voor een periode van acht jaar octrooi op de gebruikelijke voorwaarden en boetebepalingen. Het octrooi betreft een op- en neerwaarts draaiende lessenaar (als een wagenrad), waarop zes folioboeken kunnen worden gebruikt.

8 Noortwyck geeft HHM in overweging de RvS te verordeneren de kapiteins van de compagnieën infanterie en cavalerie aan te schrijven hun compagnieën rond 1 maart compleet te hebben.
Een besluit hierover wordt opgeschort.

9 Mr. Lazarus van Zons, pensionaris van 's-Hertogenbosch, verschijnt ter vergadering. Hij heeft mondeling het op 5 jan. schriftelijk ingediende verzoek herhaald van de kerkenraad aldaar, vergezeld van zijn verzoek op persoonlijke titel d.d. 7 jan. om tot rentmeester van het clarissenklooster benoemd te worden ter vervanging van Pieter van Gestel.
Een besluit hierover wordt opgeschort.

10 De gedeputeerden van de Zuid-Hollandse synode verschijnen ter vergadering. Zij lichten de remonstrantie2 betreffende de kerken in 's- Hertogenbosch eerst mondeling toe, waarna deze op schrift wordt overhandigd. Omdat de remonstrantie door de gedeputeerden van de provincies verschillend wordt geïnterpreteerd, besluiten HHM de gedeputeerden morgen in de vergadering om opheldering te vragen.
In de remonstrantie geven de gedeputeerden van de synode van Zuid-Holland naast de gedeputeerden van Gelderland, van Noord-Holland en [met instemming] van de hele Utrechtse synode te kennen HHM herhaaldelijk te hebben verzocht om van de verschillende synoden van deze provincies of van hun gedeputeerden circa acht predikanten te eisen. Deze zouden onder het bestuur van HHM hun bekwaamheid in 's-Hertogenbosch moeten aanwenden om daar een kerk te stichten. Na drie of vier maanden zouden vier van hen moeten aftreden, om door vier anderen te worden opgevolgd, totdat zich een kerklichaam zou hebben gevormd. Daaruit zou dan een kerkenraad kunnen worden gekozen, waarna tot beroeping van de ordinaris predikanten zou kunnen worden overgegaan. Echter, de vijf door HHM bijeengeroepen predikanten die de kerkdiensten in het veroverde 's-Hertogenbosch voor een tijd dienden te verzorgen, hebben reeds een kerkenraad gekozen die voorbereidingen treft tot het beroepen van ordinaris predikanten. De genoemde geleende predikanten kunnen het niet eens worden, maar enkele van hen geven HHM in overweging of het niet gunstig zou zijn in deze zaak, op gezag van HHM en zonder voorafgaand overleg met de kerken, predikanten aan te stellen. Aangezien naar het bescheiden oordeel van de supplianten en veel andere ervaren kerkelijke personen uit de huidige gang van zaken en voorstellen evidente moeilijkheden zouden kunnen ontstaan, hebben zij zich ambtshalve verplicht gevoeld HHM nederig te verzoeken de ordinaris beroepingen van predikanten in 's-Hertogenbosch uit te stellen en het genoemde voorstel van de supplianten en hun medestanders serieus in overweging te nemen. Want onder correctie, indien de kerkenraad met grote spoed predikanten beroept die geen volmacht hebben van de kerken, valt het niet te verwachten dat de wettelijkheid van de beroepen predikanten door anderen zal worden erkend. Velen zullen menen dat deze haast op een slechte grondslag rust en eigenbelang meer bevordert dan de stichting van een kerk Gods, vele anderen zullen denken dat de beroepers geen behoorlijk gezag gehad hebben, zodat de beroeping zonder waarde is. Daarbij merken zij op dat de reformatie van steden en gebieden het werk van een evangelist is, en dit gezag, het grootste na het apostolische, niet spruit uit de zending namens de een of andere kerk, maar (aangezien de gereformeerde kerken gekant zijn tegen de usurpatie van de Roomse paus) uit de autoriteit van de synodale vergaderingen. Uit alle gevoerde disputen kan nauwelijks iets anders voortkomen dan verdeeldheid en ongenoegen. Ingeval HHM - wat de gedeputeerden van de Zuid-Hollandse synode zich niet kunnen indenken - zonder overleg met de kerken predikanten in 's-Hertogenbosch zouden beroepen, dan zou dat indruisen tegen de wijze die tot nu toe is gevolgd in de onderwerping van provincies en steden aan het gezag van HHM, een duidelijke inbreuk betekenen op de gebruikelijke kerkorder van het land, de leer vervat in de geloofsbelijdenis en de praktijk van de beste en gezondste kerken. Want zoals de gedeputeerden de autoriteit van HHM graag erkennen in kerkelijke en wereldlijke zaken, zo is het ook dat ze begrensd moet worden naar Gods woord en niet leiden tot schade, maar tot behoud van de rechten van de kerken.
De supplianten bevelen HHM liever het voorstel van henzelf en hun broeders aan, hen ervan verzekerend, dat dit geen aanleiding zal geven tot twistgesprekken, maar voor alle kerken acceptabel zal zijn en overeenkomstig het woord van God en de eendrachtige praktijk van de kerken. Het dient in wezen tot groei en de stichting van een grote kerk. Want als dit voorstel wordt uitgevoerd zullen door HHM geen predikanten worden bijeengeroepen die hun eigenbelang nastreven, maar een keur van predikanten uit deze provincies. Op degenen die zo hun commissie ontvangen van God, de overheid en de kerk zal Gods zegen rusten. Bovendien zal de ruchtbaarheid die aan deze geleerdheid, godzaligheid en ervaring gegeven wordt, telkens een nieuwe lust opwekken bij de inwoners van 's-Hertogenbosch om hun predikaties te horen. De indieners van de remonstrantie verzoeken HHM hun bemoeienissen positief te duiden, slechts voortkomend uit het verlangen om alle wanordelijkheid tegen te gaan en om de kerken te verheffen. Daarom wordt HHM verzocht het eerder genoemde voorstel aan te nemen.

11 Ter vergadering verschijnen de gedeputeerden van de Admiraliteiten, aangeschreven met het oog op de zeebewaking. In aanwezigheid van vice-admiraal Quast wordt hun bekendgemaakt dat de schepen bestemd voor de bewaking van de kust van Vlaanderen op twee na allemaal zijn binnengelopen. Het merendeel ervan is afgedankt. De gedeputeerden voeren ter verdediging aan dat dit moest gebeuren omdat de provincies de overeengekomen quote in de subsidies tot ondersteuning van de oorlog te water, niet overmaken.
De gedeputeerden moeten dit van HHM op schrift stellen.

12 HHM zullen de Admiraliteit in het Noorderkwartier aanschrijven in de kwestie van Jan Pissot te procederen tot en met de uitspraak. Zijn schip noch de ingeladen goederen mogen echter worden verkocht. Zodra er uitspraak is gedaan moet die aan HHM worden toegestuurd, zodat zij daarop in het belang van het land kunnen handelen.

13 HHM resumeren het verzoek van 19 dec. 1629 van ingenieur kapitein Jan van den Bosch en Thomas Humfraij.
HHM zullen beide dezelfde medaille geven, zoals eerder degenen hadden gekregen die waren opgerukt naar de schans Isabella voor 's- Hertogenbosch. Tot het maken van de medailles wordt opdracht gegeven.

14 Thesaurier-generaal Van Goch rapporteert dat hij, conform de door HHM op 17 nov. 1629 genomen resolutie, een memorie heeft onderzocht betreffende enkele benodigdheden voor het gezantschap naar Moskovië. Deze bedragen 1.115 gld. 18 st. en 10 p.
HHM zullen ordonnantie depêcheren ten behoeve van de leveranciers van de benodigdheden, alsmede voor de wapens die voor de grootvorst zijn gemaakt ten bedrage van 174 gld.

1 De titel van dit werk van Citharaeus luidt: Bibelisch handboecxken, vertoonende den Heyligen Bibel, in elck een versset den inhoudt eens capittels op 't aldernauste begrijpende. In de Oost-Indies op Batavia ghewrocht . Amsterdam, 1630.
2 Geïnsereerd in S.G. 3189 en gedrukt in Kronijk H.G. XXIX (1873) 148-153. De gedrukte versie wijkt op enkele punten af.