26/01/1630

 
English | Nederlands

26 - 01 - 1630

Presentielijst:

Resoluties:

1 Ontvangen is een brief van de Admiraliteit te Rotterdam d.d. Rotterdam 24 januari. Zij schrijft onder andere dat Trijntgen Aerjens, moeder van Teunes Jansz. Maes, de Admiraliteit verzoekt Laurens Meyne, loodsman op een veroverd vijandelijk oorlogsschip, uit de gevangenis aldaar te ontslaan. De Admiraliteit verzoekt HHM in deze te beschikken, al naar gelang de tegenwoordige situatie toelaat.
HHM laten een beslissing in deze zaak over aan het oordeel van de Admiraliteit, op voorwaarde dat de gevangene geen overloper is.

2 Ontvangen is een brief met berichten van ambassadeur Langerack d.d. Parijs 18 januari.
Er wordt geen besluit genomen.

3 Tienhoven heeft HHM laten weten dat Z.Exc. zeer verheugd is over de begeving gisteren van het generaalschap aan zijn zoon prins Willem. Hij zal hem opvoeden tot dienst van deze staat.
HHM bedanken hem hiervoor.

4 HHM resumeren de conceptregeling waarnaar de provincies zich inzake de consenten hebben te richten.
Het concept gaat voor nader onderzoek naar de eerdere gedeputeerden en daarna met een beargumenteerde brief voor een beslissing naar de provincies.

5 Govart Nolden, burger te Wezel, vraagt om eenzelfde traktement als Peter en Dirck Muller en Jan Rooler hebben gekregen in verband met de geslaagde aanval op Wezel. Hij heeft de genoemde drie personen met raad en daad bijgestaan. Het verzoek van Nolden gaat vergezeld van een brief van Diden d.d. 25 sept. 1629 en voorschrijven van Z.Exc. d.d. 1 nov. 1629.
Deze gaan naar de RvS voor advies.

6 Gijsbrecht van Jissum declareert het geld dat hij heeft voorgeschoten bij het achterhalen van de plannen van de vijand toen deze op de Veluwe was. Daarnaast vraagt hij HHM hem open brieven te verlenen aan allen die het aangaat, om hem, conform de toezegging van de RvS en ter beloning van zijn diensten, overal in het land vóór alle anderen die aanspraken hebben, te betalen.
Het verzoek met de bijgevoegde declaratie wordt ter beschikking gesteld aan de RvS.

7 Rantwyck, Noortwyck, Beaumont, Tienhoven, Eysinga, Haersolte en Schaffer zullen het schriftelijke rapport van Cappelle over de inkwartiering in [ Gulik en Kleef] onderzoeken.

8 Op de declaratie van Jason Bijlant ten bedrage van 303 pond aan port van brieven door Langerack vanuit Frankrijk hierheen gezonden in de periode 1 mei tot en met 29 dec. 1629, wordt ordonnantie gedepêcheerd.

9 Na beraad besluiten HHM dat men vóór het wijzen van het definitieve vonnis in de zaak van Jan Pissot zal onderzoeken of men hem, indien gratie wordt verleend, zijn schip en ingeladen goederen zal teruggeven.

10 Francois Amestoij, gemachtigde van Nicolaes van der Borcht, verzoekt HHM de Admiraliteit in het Noorderkwartier aan te schrijven om overeenkomstig hun eerdere bevel de aangevangen procedures tegen het schip Sint Joris met zijn lading, waarop Jacob Outermans schipper is, op te schorten. Verder verzoekt hij om het ontslag van de schipper en vier van zijn matrozen uit de gevangenis.
In deze zaak zal worden beschikt, zodra de toedracht van dit geval is vastgesteld.

11 Wilhelmus Helenius en Arent Gerridtsz., gecommitteerden van de bestuurders en de kerkenraad te Hattem vragen om een aalmoes voor de arme bewoners rond de genoemde stad wier boerderijen door brand verwoest zijn.
Een besluit wordt opgeschort.

12 Ontvangen is een brief van de gedeputeerden van HHM te 's- Hertogenbosch d.d. aldaar 22 jan. met berichten over de huidige samenstelling van de mannelijke geestelijkheid aldaar.
Er wordt geen resolutie genomen.

13 Ontvangen is het antwoord van de Kleefse stadhouder en raden d.d. Emmerik [Emmerich] 12 jan. op de brieven van HHM d.d. 22, 27 en 31 dec. 1629 betreffende de reductie van de manschappen onder het bevel van overste Gent, de afbetaling ervan, alsmede de voldoening van de assignatie van 5.262 pond die aan ritmeester Gevenich is verleend.
De brief gaat naar de RvS voor advies.

14 Het verzoek van Peter de Muller om zijn jaarlijkse traktement van 600 pond voor zijn aandeel in de geslaagde aanval op Wezel, na zijn dood op zijn weduwe en kinderen over te laten gaan, wordt geresumeerd.
Een besluit wordt opgeschort.

15 HHM besluiten de nadere adviezen van de Admiraliteiten in te winnen op de uitgeschreven casuspositie.

16 Eck heeft kennis gegeven van een aan hem verleend patent van de hertog van Wallenstein teneinde ongehinderd door diens leger en garnizoenen rijksbodem te kunnen passeren bij zijn ambassade naar Moskovië.
Er wordt geen besluit genomen.

17 HHM lezen het rekest van ene Ruijsch, secretaris en notaris te 's-Hertogenbosch.
HHM besluiten Hendrick de Bergaigne, hoogbaljuw van dezelfde stad, te machtigen en te benoemen om de suppliant de plechtige eed als notaris af te nemen.

18 De overste en de religieuzen van het vrouwenklooster in 's- Hertogenbosch verzoeken tot troost en hulp de paters te mogen behouden.
HHM slaan het verzoek af. De paters zullen zich precies moeten reguleren naar het verdrag dat met de stad gesloten is.

19 HHM lezen de remonstrantie van de overscheppers, de hoofdmeester en de scheppers van de zijlvesten van Aduard, Winsum en Delfzijl. De hoofdmannen van Groningen hebben zich in strijd met hun instructie inzake het particuliere en het algemene landrecht gepermitteerd de supplianten te benadelen in de jurisdictie die hun sinds mensenheugenis toekomt. De hoofdmannen hebben, het protest van de supplianten ten spijt, een zeker vonnis bij verstek gewezen, ten nadele van schepper Jacob Tonis. Zij hebben dit vonnis daarna aan de genoemde schepper willen opleggen - eerst door middel van beslaglegging en daarna feitelijk - maar deze gang van zaken is wettelijk en naar behoren aangevochten. Naar aanleiding daarvan echter is Johannes Wicherede, secretaris van het zijlvest waaronder Jacob Tonisz. ressorteert, in Groningen gearresteerd en gevangengezet, onder bedreiging dat ook de schepenen van het genoemde zijlvest gevangengenomen zullen worden , waartoe zij met betrekking van Seimen Hendrick Rengers al een mandaat hebben verleend.
De supplianten verzoeken HHM de hoofdmannen te gelasten de secretaris voorlopig uit hechtenis te doen ontslaan en ook alle andere executies waarmee is gedreigd in het niet rechtsgeldige vonnis op te schorten, met dien verstand dat de hoofdmannen de hun toekomende rechten waarop zij menen aanspraak te hebben mogen uitoefenen waar en wanneer zij dat nodig achten en als rechters mogen optreden in de originele en principale zaak.
HHM besluiten deze remonstrantie de hoofdmannen ter hand te stellen om hierop binnen veertien dagen nadat de insinuatie is gedaan, schriftelijk te antwoorden. De hoofdmannen wordt bovendien ernstig verzocht secretaris Wicherode direct en voorlopig uit zijn gevangenschap te ontslaan, met opschorting van alle executies waarmee is gedreigd.

20 De gedeputeerden van Holland hebben HHM bericht over de brief van Henrick van Zevender, schout te Roosendaal d.d. Roosendaal 24 jan. aan Gerrardt van Berckel. De heer van Marquette heeft hem als schout te Mechelen, verzocht Van Berckel met een briefje aan te sporen tot beantwoording van de brief van Merquette aan Berckel d.d. 29 dec. 1629, betreffende de reeds bekende zaak.
HHM besluiten dat Berckel Merquette in hoofdzaak mag antwoorden dat de zaak nog bij HHM in behandeling is, zodat nog geen definitieve resolutie voor de ene of andere zijde kan worden geschreven. De gedeputeerden van Zeeland, Friesland en Groningen protesteren hiertegen, daar ze van mening zijn dat men deze zaak moet afbreken.

21 HHM beraadslagen nogmaals over het gouvernement van 's- Hertogenbosch.
Een besluit hierover wordt opgeschort.

22 Tienhoven heeft HHM meegedeeld dat baljuw Roussel van Sluis zich heeft aangegeven om gehoord te worden over de kwestie met de fiscaal van de Raad van Vlaanderen betreffende hun commissies inzake de zeedrift in Vlaanderen en de gevolgde procedures met betrekking tot Josias Jansz.. De fiscaal is op 16 jan. aangekomen en gebleven om de voorbestemde dag af te wachten.
HHM benoemen Noortwyck en Schaffer om de beide partijen over deze zaak te horen en om hen te bewegen tot het bijleggen van hun onderlinge geschillen. Zij zullen over hun bevindingen rapporteren.

23 Ontvanger-generaal Doublet heeft HHM voorgehouden dat verschillende aannemers van vestingwerken sterk aandringen op betaling. Hij kan daartoe niet overgaan, omdat geen van de provincies iets heeft betaald op de post van de fortificatie, waarom de RvS voor 1629 door middel van een petitite heeft verzocht. Ten tweede dringen ook de compagnieën ruiters van markies de Rouillac en Sir Thomas Lucas continu aan op betaling, maar de ontvanger heeft hiervoor geen geld. Ten derde doet kolonel Hayes aanhoudend moeite om de achterstallige 60.000 pond betaald te krijgen.
HHM besluiten op het eerste punt dat de RvS al het mogelijke moet doen om de provincies tot betaling van hun consenten in de fortificatie te bewegen. Op het tweede punt hebben de gedeputeerden van Zeeland aangenomen dit te berichten aan hun principalen . Op het derde punt verzoekt HHM de RvS met een voorstel te komen om de genoemde kolonel te betalen.

24 HHM hervatten het [28 dec. 1629] gelezen advies van de RvS inzake de beloning van Diden. Zes provincies hebben met het advies ingestemd. De gedeputeerden van Holland wordt verzocht zich hierover ook positief uit te spreken.

25 Jacob Wachtmans, uitgeweken burger van Breda, wenst 10.000.000 gld. met de rente. Het genoemde kapitaal is verstrekt aan het garnizoen van de genoemde stad gedurende de belegering ervan.
HHM besluiten de gedeputeerden van Zeeland te verzoeken alsnog de moeite te nemen de deugdelijke achterstallen van de suppliant aan hun principalen voor te leggen en hen ertoe te bewegen de suppliant te betalen.