06/02/1630, 17

 
English | Nederlands

17 Het antwoord d.d. 5 feb. 16301 op de propositie die door Vane, ridder, extraordinaris ambassadeur en schatbewaarder van het huis van de koning van Groot-Brittannië op 12 jan. bij HHM is ingediend, wordt na bestudering vastgesteld.
HHM verklaren altijd de grootste zorg te hebben besteed aan de naleving van alle bepalingen in de met geallieerde koningen en prinsen gesloten allianties, in het bijzonder aan het verdrag van Southampton, waarmee zij door de koning van Groot-Brittannië zijn vereerd. Ze hebben het verdrag bij elke gelegenheid nageleefd, ondanks het feit dat ze door iedereen in de steek gelaten werden bij het ondernemen van vijandelijke acties ter zee of te land tegen Spanje. Heel Europa kan daarvan getuigen. De wapenfeiten waarmee de goede God ze zo rijkelijk zegent, geven vertrouwen door te gaan om het doel van de genoemde alliantie te bereiken. HHM wensen ten zeerste dat de zaken voor de koning en zijn rijk eenzelfde gunstig effect mogen hebben als voor hun staat en al hun geallieerden. En wat betreft de voortgang van hun beraad over het sluiten van de door de ambassadeur genoemde wapenstilstand, verklaren HHM dat van de kant van de vijand hier net een voorstel over is gedaan, maar dat hierover in hun vergadering nog niets is besloten.

1 Geïnsereerd in S.G. 3189 en gedrukt: Aitzema, S. & O. kwarto III, 111-112/folio I, 988-989.