08/02/1630

 
English | Nederlands

08 - 02 - 1630

Presentielijst:

Resoluties:

1 HHM lezen de memorie van Heemstede die eerder in extraordinaris ambassade naar de koning van Groot-Brittannië is geweest. Hij verzoekt HHM in één keer te beschikken op zijn ingediende declaratie, alsmede op de aanspraken van Joachimi en Cecil, opdat de door de heren gemaakte kosten worden vergoed en zij tevreden worden gesteld.
De RvS zal worden verzocht over de memorie en de declaratie aan HHM advies uit te brengen in een verzegelde brief.

2 Op het verzoek van Francois Amestoij, gemachtigde van Nicolaes van der Borcht, koopman te Calais, besluiten HHM de Admiraliteit in het Noorderkwartier te schrijven Jacob Outermans met vier van zijn scheepsgezellen te ontslaan uit de gevangenis, na de verzekering voor het gerecht te zullen verschijnen.

3 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 4 feb. over het verzoek dat Carel van den Campe op 1 feb. bij HHM had ingediend, om het veer dat op de Maas bij Megen ligt, weer te gebruiken.
HHM wijzen het verzoek conform het advies vooralsnog af. Want alhoewel de stad 's- Hertogenbosch aan deze zijde is gekomen, zou vijandelijk volk uit andere garnizoenen met het veer in het Land van Maas en Waal kunnen komen.

4 Een besluit op het verzoek van Jacob Elsevier om met een privilege van HHM een door Hugo de Groot geschreven boek te mogen drukken, getiteld Inleydinge tot de Hollantsche Rechtsgeleertheit, wordt in verband met het uiteenlopen van de meningen van de provincies, opgeschort.

5 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 1 feb. over het verzoek van ritmeester Gevenich (die de heer van Soppenbroeck is opgevolgd) om opdracht te krijgen zijn compagnie te betalen. De RvS adviseert deze voorlopig te betalen uit de 15.000 gld. van de graaf van Schwarzenberg zoals op 31 juli is afgesproken, voor zover dit bedrag toereikend is.
Griffier Musch zal agent Heimbach uitnodigen te komen, om namens HHM bij de regering van de keurvorst van Brandenburg te bewerkstelligen dat de ritmeester de vierde maand gage uit de 15.000 pond betaald krijgt. Heimbach zal dit schrijven en aanbevelen.

6 Essen schrijft d.d. Arnhem 23 jan. o.s. dat hij zich niet zal onttrekken aan de commissie naar Friesland te gaan, op voorwaarde dat hij tijdig wordt verwittigd van de dag dat zijn mede-gedeputeerden gereed zijn om de reis aan te vangen.
HHM zullen Essen per brief bedanken voor zijn bereidheid en zeggen toe hem tijdig van het gevraagde op de hoogte te zullen brengen, met bekendmaking van de plaats waar zij bijeen zullen komen.

7 De crediteurs van de administrator van Maagdenburg te Halle verzoeken betaling van de vastgestelde achterstallen.
De resolutie waarin Culenborch persoonlijk heeft toegezegd het contingent van het Kwartier Nijmegen contant te zullen verschaffen, ter betaling van de subsidies aan Denemarken, zal worden nagezocht.

8 Joachim Radebant, secretaris van overste Ransou, voormalig gouverneur in Glückstadt, verzoekt om 3.017 rijksdaalder. Dit is het restant van een groter bedrag dat de overste nog tegoed heeft van commissaris Hartman (die een gelijk bedrag van het land toekomt). Het verzoek wordt aan de RvS ter beschikking gesteld.

9 De ontvanger-generaal, ter vergadering ontboden, wordt ten hoogste aanbevolen 7.480 pond te betalen aan Cornelis van der Schuer, solliciteur. Deze heeft een gelijke som voorgeschoten aan de kapiteins Van Dyck, Weissenburch en Meijs. Zij worden gerekend tot de twaalfduizend aangeworven soldaten voor de belegering van 's- Hertogenbosch. De ontvanger zal alles in het werk stellen om de solliciteur tevreden te stellen.

10 Lidewij Adriaens, weduwe van Raeff Dexter, wordt uit mededogen nogmaals 40 gld. toegekend, op voorwaarde dat zij niet opnieuw om subsidie zal vragen.
Van deze som wordt ordonnantie gedepêcheerd.

11 Ontvangen is een brief met berichten van agent Brederode, Bazel d.d. 25 januari.
Er wordt geen besluit genomen.

12 Ontvangen is een brief van de gedeputeerden van de Staten van Utrecht d.d. Utrecht 27 jan. o.s., betreffende de betaling van het subsidie door deze provincie aan Denemarken.
Er wordt geen besluit genomen.

13 Ontvangen is een schriftelijk antwoord van de gedeputeerden van het Kwartier Veluwe d.d. Arnhem 25 jan., op de brief van HHM van 17 jan., betreffende het opschorten van het ijzen op de IJssel en het bewaren van de materialen en de ponten die daartoe eerder zijn gebruikt.
Er wordt geen besluit genomen.

14 Maria Stas, weduwe van kolonel De Grenu, verzoekt om een lijfrente.
HHM winnen het advies van de RvS in.

15 Johannes Demelius, voormalig predikant in het dorp Olpe, wordt naar aanleiding van diens verzoek uit mededogen 60 gld. toegekend. Van deze som wordt ordonnantie gedepêcheerd. De suppliant ontvangt daarnaast een voorschrijven aan graaf Willem van Nassau met het verzoek Demelius te helpen op vreedzame wijze de goederen van de bode van het dorp gerestitueerd te krijgen, waarvan hij naar eigen zeggen is beroofd.

16 Haersolte heeft HHM in overweging gegeven thesaurier Van Goch uit de commissie naar Friesland te laten, en daar alleen Essen en Van der Dusse heen te laten gaan. Het is om verschillende redenen dringend nodig dat Van Goch de RvS bijwoont.
Er wordt geen besluit genomen.

17 Aegidius Falco, predikant te Brienen en Griethausen verzoekt, naar believen van HHM, om een aanstelling ter bediening van de kerk te Oss of elders in de Meierij van 's-Hertogenbosch.
HHM besluiten dat de suppliant op zijn post moet blijven. Wanneer er een plaats in de Meierij vrijkomt, zullen zij zijn verzoek opnieuw (naast die van anderen) beoordelen.

18 Aaron Querido, Portugees koopman te Amsterdam, verzoekt vanuit deze landen veertig last tarwe naar Salé te mogen transporteren.
HHM schorten een besluit op, maar zullen ondertussen schrijven aan het stadsbestuur van Amsterdam. Zij willen weten of de huidige graanvoorraad in deze landen zodanig is, dat men een dergelijke uitvoer kan toestaan zonder duurte te veroorzaken.

19 Ontvangen is een brief van de Admiraliteit in het Noorderkwartier te Hoorn d.d. 31 jan., met informatie over het op 12 jan. bij HHM door de weduwe van Tijs Pauwelsz. ingediende verzoek om het schip Sint Pieter gerestitueerd te krijgen. Dit schip was wijlen haar man door de Duinkerkers afgenomen en in de havens van Vlaanderen door een Hamburger gekocht. Daarna was het door oorlogsschepen van dit land in beslag genomen en op 1 april 1629 te Enkhuizen opgebracht.
Gelet op het positieve antwoord besluiten HHM de suppliante teruggave van het schip toe te staan, op voorwaarde dat eerst ter beoordeling aan de Admiraliteitsraden (die hiertoe worden gemachtigd) aan de kapiteins en de matrozen die het schip hebben opgebracht een bedrag wordt betaald waarvan de hoogte in alle redelijkheid moet worden vastgesteld. Ook dient voldoende borg te worden gesteld voor alle aanspraken achteraf op het genoemde schip tot een bedrag dat door de raden zal worden getaxeerd, bovenop hetgene dat aan de kapiteins en matrozen zal worden betaald.