09/02/1630

 
English | Nederlands

09 - 02 - 1630

1

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Haersolte heeft een brief van de Gecommitteerde Raden van Zeeland aan Z.Exc. d.d. 4 feb. ingediend, met het bericht dat tegenwoordig 24 vijandelijke schepen op zee zijn. De vijand heeft nog zes koningsschepen in aanbouw, die eerdaags uitvaren. Geen of weinig schepen van de Republiek, bestemd tot het kruisen en de beveiliging, zijn echter op de bestemde plaats of wachtpost. Z.Exc. wordt als admiraal-generaal verzocht maatregelen te treffen om door de Admiraliteit de schepen direct te laten uitvaren. Daarbij wordt vermeld dat de schepen van de Admiraliteit in Zeeland al gereedliggen om met de eerste gunstige wind te vertrekken. Een kopie van de brief zal aan de andere Admiraliteiten worden gezonden, met de ernstige aansporing en opdracht hun schepen ter bewaking van de kust van Vlaanderen, alsmede de kruisers, zo snel mogelijk te laten uitlopen. Z.Exc. zal worden verzocht de Admiraliteiten met die mededeling aan te schrijven.

2 De kapiteins van de Admiraliteit te Amsterdam verzoeken in verband met de tegenwoordige duurte van levensmiddelen, ofwel om ontheffing van de belasting op bieren die per schip worden vervoerd, alsmede op wijn, azijn, zout, brandhout en op andere benodigdheden die op elk schip worden verbruikt, ofwel om een verhoging van de kostgelden die hun zijn toegekend.
HHM achten het verzoek onbeschoft en van een opmerkelijke redenering getuigen. De supplianten verdienen een reprimande. Zonder er nu op door te gaan zal op het verzoek worden geapostilleerd, dat om belangrijke redenen het verzoek niet gehonoreerd kan worden. Een herhaling van het verzoek kunnen zij beter achterwege laten.

3 De remonstrantie, ingediend namens Emilia Louise, Anna Louise, Juliana Catharina, Eleonora Mauritia en Sabina Delphica, dochters van wijlen vrouwe Emilia van Nassau, prinses van Portugal, waarin zij met het oog op hun huidige deplorabele situatie verzoeken om het pensioen van 2.500 pond dat hun moeder tot haar dood genoot te mogen behouden, gaat voor advies naar de RvS.

4 Kapitein De Loges verzoekt HHM commissarissen aan te stellen om de obligaties te onderzoeken die volgens hem, conform het vonnis dat tot last van de suppliant is gewezen, door solliciteur Meurskens ter betaling aangenomen moeten worden. Hij vraagt HHM tevens op de afrekening ervan toe te zien.
HHM besluiten de zaak te verwijzen naar de RvS, rechters ter eerste instantie. Het door de RvS gewezen vonnis wordt goedgekeurd. Na het horen van de partijen over de obligaties en de afrekening zal de RvS beschikken.

5 Wijnand de Keijser verzoekt om continuering van zijn sûreté de corps, opdat zijn crediteurs niet aan het geld kunnen komen dat hem door HHM is toegekend. Het verzoek wordt toegestaan, voor een tijd van zes maanden. Wel zal hij van de Staten van de provincie waar hij de vrijgeleide zal willen gebruiken, een akte van attache moeten zien te verkrijgen.

6 De gedeputeerden van Zeeland hebben de inhoud meegedeeld van een brief d.d. 4 feb. met bijlagen, van de Gecommitteerde Raden van Zeeland . Deze betreffen een arrest dat door de Raad van Vlaanderen te Middelburg is verleend op de goederen gelegen in Vlaanderen, toekomend aan het sterfhuis van Jan Jansen, voormalig burgemeester te Vlissingen, alsmede de rechtszaken die daaruit zijn gevolgd. Het arrest is strijdig met de rechten en de privileges van zowel Vlissingen als de provincie Zeeland. De Gecommitteerde Raden verzoeken om beëindiging of opschorting hiervan. Alvorens hierover te beslissen zullen HHM een schrijven met de genoemde stukken sturen naar de Raad van Vlaanderen, om te vernemen of zij hiertegen iets in te brengen hebben.

7 HHM lezen de brief van de Generaliteitsrekenkamer d.d. 8 februari. Deze houdt in dat de commiezen te Middelburg en Vlissingen, Nachtegael en Coopal, ondanks de opdracht die hun ernstig en in dreigende bewoordingen is gegeven, hun openstaande rekeningen van de jaren 1627 en 1628 nog niet hebben ingediend. De Generaliteitsrekenkamer verzoekt HHM in het belang van het land maatregelen te treffen.
HHM zullen de commiezen aanschrijven hun rekeningen aan de Generaliteitsrekenkamer binnen een maand na de ontvangst van deze brief te doen toekomen, op straffe van ontheffing uit hun functie.

8 Ontvangen is de brief van de Admiraliteit te Amsterdam d.d. 8 feb. met informatie en het advies over de memorie van de syndicus van de stad Bremen, betreffende de ongelijkheid tussen de kanterkaas in Friesland en Groningen. De Raden beweren dat de genoemde kanterkazen in Friesland en met name in Groningerland hoe langer hoe groter worden gemaakt, tot wel veertig à vijftig pond per stuk. Wanneer zou worden toegestaan twintig kazen voor een schippond uit te voeren, dan zouden er aldus twee of drie schipponden voor één worden uitgevoerd, tot nadeel van het algemeen belang. Dit in aanmerking genomen wordt door alle provincies besloten de kazen niet langer per stuk te laten gaan, maar voortaan per gewicht te laten aangeven, zoals ook in Holland gebeurt. Erop vertrouwend goed te zijn ingelicht zullen HHM de provincies Friesland en Groningen aanschrijven, in de hoop dat zij zich hiernaar in het belang van het land zullen voegen. Mochten zij echter over andere informatie beschikken of hier iets tegenin willen brengen, dan moeten zij HHM hiervan zo spoedig mogelijk in kennis stellen.

9 HHM lezen de brief van de Admiraliteit te Rotterdam d.d. 8 feb. met daarbij informatie betreffende het verzoek van Volckert Momma die opdracht heeft van Nicolaes Budier te Calais. Alvorens hierover te besluiten wordt de informatie aan de Admiraliteit te Amsterdam gestuurd, met het verzoek om hierop schriftelijk te reageren.

10 HHM lezen een brief van de Admiraliteit te Rotterdam , met advies over het verzoek van George Heulen, Willem Baylui en andere kooplieden te Londen. Het betreft de goederen die in Duinkerke waren geladen in de boeier Sint Jacob, die te Rotterdam is opgebracht. De goederen zijn na een rechtszaak geconfisqueerd. Men zal het hierbij laten.

11 Gehoord is het rapport van Randwijck en Vosbergen, die het verzoek hebben onderzocht van Lambert Verhaer, voormalig consul in Tunis. Zij hadden Verhaer over zowel het rapport als de rekening die door Admiraliteit te Amsterdam is gestuurd, gehoord. Het verzoek en de bijgevoegde stukken zullen worden gezonden aan de Directie van de Levantse Handel te Amsterdam, om haar in staat te stellen HHM over dit alles te berichten en te adviseren.

12 De predikant te Brienen en Griethausen wordt uit goede overwegingen en mededogen een reisgeld van 20 gld. toegekend.

13 Willem Schenk wordt in verband met zijn verdienste betreffende 's- Hertogenbosch de eenmalige som van 40 gld. toegekend. 2 Hiervan wordt ordonnantie gedepêcheerd.

14 Nispen, generaalmeester van de Generaliteitsmuntkamer, verschijnt ter vergadering. Hij overhandigt het plakkaat van het jaar 1622 en de renovatie ervan anno 1626, met enkele door de gezamenlijke generaals aangebrachte verbeteringen en annotaties.
Om de stijging van de zilveren en gouden munten boven de toegelaten waarde te stuiten, besluiten HHM alleen een provisioneel plakkaat te ontwerpen dat de provincies ter publicatie zal worden toegezonden. Dit plakkaat zal mede een bekendmaking en een waarschuwing inhouden dat eerdaags het genoemde principale plakkaat ter bestrijding van alle wanorde en schendingen in de distributie van verschillende ongevalueerde munten, wordt hernieuwd. Het plakkaat zal achter de hand worden gehouden om naar gelang de omstandigheden, nader te worden vastgesteld.

15 Ontvangen is een brief van resident Aissmawaarin wordt bericht over kwaadwillige officieren, het zingen van spotliederen overal in het rijk en het aanwerven van veel volk, zowel door de Katholieke Liga als door generaal Wallenstein. Haersolte meldt voorts dat Z.Exc. is geïnformeerd over een mogelijke bedreiging van deze staat van dezelfde zijde. Men moet daarop verdacht zijn en zo nodig maatregelen treffen. Na rijp beraad besluiten HHM de provincies per brief ernstig te verzoeken tegen half maart hun quoten in de 400.000 gld. in geld naar het kantoor van de ontvanger-generaal te sturen, in mindering te brengen op de legerlasten over het lopende jaar 1630 waarom door Z.Exc. en de RvS door middel van een petitie is verzocht. Daarbij wordt de verzekering gegeven dat dit geld alleen aan defensie wordt besteed. Z.Exc. en de RvS wordt verzocht dit aan de provincies te schrijven. De ontvanger-generaal zal door middel van een akte nadrukkelijk worden opgedragen het geld dat naar het kantoor wordt gezonden, met het genoemde doel te bewaren totdat het kan worden aangewend, met verbod om het aan een ander doel te besteden.

1 De resoluties van deze zittingsdag zijn door een klerk ingeschreven in S.G. 55.
2 In S.G. 55 is de toekenning van een maandelijks soldij als soldaat onder de compagnie van kapitein Van der Meulen doorgehaald.