18
Ontvangen is een brief d.d. 20 feb. van
Jan Clantier, aangewezen als ontvanger van konvooien en licenten te
Wezel.Hij schrijft dat schipper
Jan van
Lendt
aldaar twee zwarte harnassen (voorzien van
zwarte nagels, zonder handschoenen) had gebracht, geadresseerd aan
Maria Cruijpenninck, weduwe van
Isaacq
Aux
Brebis. Deze moesten bezorgd worden bij
Cesar
Volpij, woonachtig te Keulen. Cruijpenninck had verzuimd
de harnassen
aan te geven.
Clantier
verzoekt
HHM om orders waarnaar hij zich in deze kan richten.
Naar aanleiding hiervan en het verzoek van Maria Cruijpenninck aan HHM om zo genadig te zijn haar haar misstap te vergeven,
besluiten HHM het verzoek van de suppliante te sturen aan
Tinco van Oenema, raad van State
en momenteel te
Wezel, en hem te machtigen om de twee harnassen
aan de
suppliante te restitueren, indien de inhoud van haar verzoek met de
waarheid overeenstemt.