06/03/1630, 20

 
English | Nederlands

20 In de vergadering verschijnt advocaat-fiscaal Sille die rapporteert zich conform de resolutie van HHM d.d. 4 maart te hebben vervoegd bij Vane, ambassadeur van de koning van Groot-Brittanniƫ. Hij heeft Vane toestemming verzocht de Engelse getuigen in de zaak Amboina [Ambon] te verhoren, om ze naar goeddunken van de gedelegeerde rechters in deze zaak ten aanzien van de beschuldigde rechters te confronteren met de artikelen en deposities. De ambassadeur heeft hierop verklaard niet van plan te zijn de Engelse getuigen ooit door de genoemde rechters te laten horen, tenzij dit gebeurt op de voorwaarden en met de restrictie die hij noemt in zijn memorie, die op 28 nov. bij de gedeputeerden van HHM is ingediend.
HHM besluiten de gedelegeerde rechters hiervan in kennis te stellen en van de memorie een kopie te sturen. Na bestudering door de rechters en na het horen van de fiscaal hierover zal nader worden geadviseerd of men blijft bij het eerder gegeven advies.