20
De reders van de vijf schepen die om zout naar
West-Indiƫ zijn gevaren en die zijn beschadigd door schepen van de WIC
verzoeken de WIC te gelasten het aangevangen proces ter
bevordering
van de betaling van de recognitie op te schorten totdat de kwestie
tussen de partijen is afgedaan.
HHM houden het verzoek in overweging totdat zij hebben vernomen of de vergadering van de
Heren Negentien
van de WIC het bemiddelingsvoorstel van HHM accepteert of niet.