02/04/1630

 
English | Nederlands

02 - 04 - 1630

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Ontvangen is een brief met enkele bijlagen met berichten van de heer van Oosterwyck d.d. Venetië 15 maart.
Er wordt geen resolutie genomen.

2 Ontvangen is een brief van de gedeputeerden van HHM in Friesland d.d. Leeuwarden 29 maart o.s.
Er wordt geen resolutie genomen.

3 Ontvangen is een brief van de Admiraliteit te Amsterdam d.d. 8 maart. Deze bevat advies over de rekening van kapitein Brederode betreffende de verblijfskosten van vice-admiraal Berchem aan boord van het schip van Brederode. Deze is op 22 feb. aan HHM getoond door de vice-admiraal, die zich beklaagde dat deze rekening exorbitant hoog was.
HHM besluiten deze brief met de rekening en de desbetreffende documenten voor nader onderzoek en advies ter hand te stellen aan de Generaliteitsrekenkamer .
Er wordt geen resolutie genomen.

4 Bas wordt in plaats van Vosbergen en Croock aangesteld om met Rantwijck de rekening van de voormalige consul Lambertus Verhaer te onderzoeken en daarover te rapporteren.

5 HHM lezen het advies met verschillende punten ter overweging van de RvS d.d. 20 maart naar aanleiding van de brief van Johannes Retzer. Ieder punt zal bij de eerste gelegenheid worden geresumeerd en afgehandeld.

6 HHM lezen de repartitie opgesteld in de jaren 1608 en 1609 over hetgene wijlen Z.Exc. is toegekend voor de extraordinaris kosten die door hem te velde waren gemaakt. Van de ontvanger-generaal zal tevens een repartitie over de jaren 1604 en 1605 worden geëist. Nadat deze door de vijf provincies is gezien zullen zij met de andere overeenstemming moeten zien te bereiken over de 17.000 pond die Z.Exc. op 1 maart zijn toegekend in verband met de grote kosten die hij verleden jaar te velde heeft gemaakt.

7 Gehoord wordt het rapport van griffier Musch, conform de resolutie van HHM en na overleg met Z.Exc. over de memorie van Bartram van Scheit, genaamd Wespenningh betreffende de neutraliteit voor de stad Düsseldorf waarom is verzocht. Deze is op 30 maart bij HHM ingediend. Gehoord wordt tevens hetgene Rantwyck ter informatie daarbij heeft gevoegd.
Wespenningh moet schriftelijk bij HHM de nadere voorwaarden indienen waarop volgens hem de neutraliteit door HHM en de Infanta van Spanje mag worden verleend. HHM hadden op 21 en 23 maart verklaard zich niet te kunnen vinden in de akte van neutraliteit die de Infanta heeft gegeven.

8 Dyden verzoekt HHM door middel van een memorie vast te stellen waaruit de jaarlijkse lijfrente betaald zal worden die HHM hem hebben toegekend voor zijn aandeel in de verovering van de stad Wezel.
HHM blijven bij hun eerdere resolutie. De gedeputeerden van Holland hebben nogmaals verklaard zich hierin niet te kunnen vinden.

9 Verschillende voorstanders in Zeeland verzoeken om octrooi op het plan dat zij op 27 okt. 1629 hebben ingediend, om in compagnie kaapvaart op de Spanjaarden en hun aanhangers te bedrijven vanuit Vlissingen.
HHM verzoeken en benoemen De Bye, Bas, Beaumont, Rode, Veltdriel en Schaffer om het concept te bestuderen en daarover te rapporteren.

10 Z.Exc. deelt HHM de inhoud van een brief mee d.d. Düsseldorf 28 feb., aan Z.Exc. geschreven door de raad van Palts-Neuburg. Het betreft de gevangenhouding van Adolff Raedt van Frens te Martfeld door de ingekwartierde troepen, alsmede een schrijven van deze Frens aan graaf Willem met het verzoek om uit gevangenschap en van borgtocht ontslagen te worden.
HHM zullen alvorens hierover te besluiten het advies van de RvS inwinnen.

11 Ontvangen is een brief van de Admiraliteit te Rotterdam d.d. Rotterdam 21 maart. Bijgevoegd is een bij dit College ingediende remonstrantie van de konvooimeester en controleur te Geertruidenberg. Deze betreft de poging van de vijand door middel van een uitgevaardigd plakkaat de handel op zijn grenssteden te bevorderen, ten koste van de steden en plaatsen van deze landen. De Admiraliteit doet enkele voorstellen om als tegenmaatregel met een soortgelijk plakkaat het voornemen van de vijand te beletten.
HHM besluiten de brief met de voorstellen en concepten voor onderzoek en advies te overhandigen aan de RvS.

12 Ontvangen is een brief van de raad van Palts-Neuburg d.d. Düsseldorf 22 maart, met klachten over de executies door de ingekwartierde troepen in de landen van Berg en Mark.
HHM besluiten deze brief aan de RvS voor advies ter hand te stellen.

13 HHM lezen het antwoord van de RvS d.d. 8 maart op de resolutie van HHM van 2 maart, betreffende een huis dat toebehoort aan het klooster van Sinte Clara te 's- Hertogenbosch.
HHM besluiten conform het antwoord. Omdat het vanouds gebruikelijk is dat degene die tot rentmeester van het klooster is benoemd dit huis mag bewonen tegen een gedeelte van zijn traktement, mag de woning door pensionaris Sons worden gebruikt.

14 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 27 maart over de op 1 maart bij HHM ingediende memorie van ontvanger Suerius. Het advies luidt dat voor de reductie van de stad 's- Hertogenbosch de prelaten en deze stad hun contingent in de beden van de vijand hebben betaald.
HHM besluiten conform het advies dat nu de stad aan deze zijde gekomen is, de prelaten en de stad hun contingent in de beden van deze zijde moeten betalen aan ontvanger Zuerius. Hieruit kan zijn kantoor de rentieren betalen. De omslag en repartitie van de beden zal worden gemaakt door enkele heren uit de vergadering van HHM, twee superintendenten van de beden van Brabant, almede de ontvanger.

15 HHM resumeren de resolutie van HHM van 29 maart over de uitwisseling van de wederzijdse gevangenen te water. HHM besluiten dat in de overeenkomst over de uitwisseling zal worden bepaald dat het vijandelijke oorlogsvolk dat aan deze zijde gevangen zit, niet opnieuw ten strijde mag trekken binnen de tijd van zes maanden na het sluiten van de overeenkomst.

16 Ontvangen is een brief van de gedelegeerde rechters in de kwestie Amboina [Ambon] d.d. 's-Gravenhage 30 maart, met een antwoord op de brief van HHM van 19 en 26 maart.
HHM besluiten advocaat-fiscaal Sille in de vergadering te ontbieden en hem op te dragen binnen veertien dagen bij de rechters de stukken en bewijsstukken ten laste van de beklaagde rechters van Amboina af te leveren.

17 Ontvangen is een brief van de Admiraliteit te Rotterdam d.d. 30 maart, met een antwoord op de brief van HHM van 20 maart betreffende het aangeven van de inkomende tabak bij het kantoor van de konvooien en licenten.
HHM zullen de Admiraliteiten aanschrijven voor de inkomende tabak - ongeacht goede of slechte - bij de kantoren voortaan 1 st. en 4 p. per pond te laten betalen.

18 HHM lezen het advies van de Admiraliteit te Rotterdam d.d. 30 maart over het op 6 maart bij HHM ingediende verzoek van vice-admiraal Quast om een verhoging van zijn traktement. Het betreft ook het verzoek van fiscaal mr. Gualterus van Castrichom en secretaris Ferdinandt Aleman betreffende de betaling van een vergoeding voor eten en drinken op de oorlogsschepen waarop zij zullen varen.
HHM besluiten op het verzoek van de vice-admiraal dat hij voortaan 90 gld. per maand zal ontvangen. Op het verzoek van de fiscaal en de secretaris wordt beslist dat in de rekening zal worden goedgekeurd zoveel als de kapiteins voor zichzelf, hun luitenants en andere hoofdofficieren tot nu toe hebben ontvangen.