16/04/1630

 
English | Nederlands

16 - 04 - 1630

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 President Beaumont deelt ter vergadering mee dat Dyden in verband met zijn vertrek zekerheid verlangt uit welk fonds zijn jaarlijks pensioen van 3.000 gld. betaald zal worden. Dit is hem toegekend ter beloning van zijn aandeel in de aanval op Wezel.
HHM laten Dyden weten dat hij gerust kan vertrekken, dat vóór de periode verstreken is het pensioen betaald zal worden. De gedeputeerden van Holland wordt verzocht zich te conformeren aan het oordeel van de andere provincies om het pensioen te verschaffen uit de openstaande posten op de staat van oorlog. Dit zullen zij overwegen.

2 De gedeputeerden van Holland geven, hiertoe aangemaand, de hoop de 30.000 gld. in mindering op de quote van Holland in de beloofde maand soldij aan de ingekwartierde troepen binnen een dag of twee te kunnen verschaffen.

3 Ontvanger-generaal Doublet zal de extraordinaris kanonniers hun twee oudste ordonnanties betalen.

4 Barent Taepkens, controleur te Wezel, verzoekt zijn ambt over te mogen dragen op Jacobus Donder.
Een beslissing wordt opgeschort.

5 De graaf van Culenborch laat door Rantwijck ter vergadering van HHM meedelen dat hij korte tijd naar Culemborg zal gaan. Zijn gezondheid laat niet toe dat hij persoonlijk afscheid komt nemen.
HHM verzoeken en benoemen Rantwyck om de graaf op zijn voorgenomen reis vaarwel te zeggen.

6 Vrouwe Sophia Hedewigh, hertogin te Stettin in Pommeren, schrijft vanuit haar slot Loitz d.d. 26 sept. met het verzoek twaalf tolvoeder rijnwijn te mogen uitvoeren.
Een beslissing wordt opgeschort.

7 Schipper Laurens Claesz. en zijn gemene reders verzoeken onder borg een schip te mogen aanhouden dat hun door de vijand op zee is afgenomen in de haven van Vlaanderen. Het is aan neutralen verkocht, uitgebracht, door oorlogsschepen van deze landen op zee heroverd en in het Noorderkwartier opgebracht.
Alvorens te besluiten wordt de ingestelde casuspositie betreffende dergelijke schepen afgehandeld.

8 Ontvangen is een brief van het stadsbestuur van Enkhuizen d.d. Enkhuizen 5 april. Ze beveelt aan op het bovenstaande verzoek positief te besluiten.
Er wordt geen beslissing genomen.

9 Ter vergadering compareert Dirck Jansz. Steenwyck, raad ter Admiraliteit te Amsterdam, opvolger van Andries Louwerisz. Swaenswyck. Hij heeft de eed afgelegd.

10 Antonette de Heije, weduwe van de voor 's- Hertogenbosch doodgeschoten Jan van Holst, tijdens zijn leven ingenieur, verzoekt opnieuw om een gouden medaille, gelijk andere ingenieurs als beloning hebben ontvangen.
Dit verzoek wordt afgewezen.

11 Aelbert Laurisz. verzoekt HHM zijn zoon Lauris Aelbrechtsz. aan te nemen om het ijzerwerk te maken dat nodig is in 's lands werken te 's- Hertogenbosch en de omringende forten.
Het verzoek wordt afgewezen.

12 Ontvangen is een brief van Bruninxs en Van Goch, gedeputeerden van HHM d.d. 's-Hertogenbosch 15 april. Zij melden aldaar uit Tilburg te zijn teruggekeerd en doen beknopt verslag van hetgene tijdens de besprekingen met de gecommitteerden van de vijand is voorgevallen.
Er wordt geen resolutie genomen.

13 Ontvangen is een brief van de Admiraliteit te Amsterdam d.d. 10 april, met een advies over hetgene de Admiraliteit te Rotterdam op 27 maart aan HHM heeft meegedeeld betreffende de uitvoer van kabel en harpuis.
HHM voegen dit advies bij de adviezen van de Admiraliteiten in het Noorderkwartier en in Zeeland om, na ze gezamenlijk te hebben geresumeerd, hierover te besluiten.

14 HHM lezen het verzoek van de gecommitteerde ruiters van de compagnie van markies de Rouillac. Zij verzoeken om gedeeltelijke of volledige betaling van vijf herenmaanden achterstallige soldij.
De supplianten zullen terugkeren naar hun garnizoen, in het vertrouwen binnen enkele dagen een vergoeding te zullen ontvangen. HHM zijn bezig het geld bij elkaar te krijgen om voorlopig een gedeelte van de achterstallen te betalen.

151 Schipper Claes Cornelisz. Snoij is te Rouen met koren bevracht met bestemming Hamburg. Hij heeft noodgedwongen Enkhuizen aangedaan, om daar een nieuwe spriet of gaffel te laten maken. De commies-generaal van de konvooien aldaar heeft hem verboden met zijn lading uit te varen, aangezien HHM de uitvoer van rogge en tarwe strikt verboden hebben. De schipper verzoekt HHM niettemin te mogen vertrekken.
Dit verzoek zal worden gestuurd naar de Admiraliteit in het Noorderkwartier , met autorisatie om de schipper met zijn lading te laten uitvaren indien hij de waarheid spreekt. Zo niet, dan verzoekt HHM de Admiraliteit om een schriftelijke verklaring over de ware situatie van schip en lading.

162 Ontvangen is een brief van Jan Sijmonsz. Blauhulck d.d. Enkhuizen 9 april, met informatie over de gemetselde zinkschepen die nog in Essen zijn.
De inhoud van deze brief zal door de president met Z.Exc. worden besproken.

173 Naar aanleiding van het verzoek van de voormalige pachters van een vierde deel van de konvooien en licenten van het jaar 1625 zullen HHM de Admiraliteit te Rotterdam , te Amsterdam , in het Noorderkwartier en in Friesland aanschrijven de ontvangers in allerijl hun staten van de ontvangsten over de periode 1 sept. 1625 tot en met 31 aug. 1626 en van 1 sept. 1626 tot 31 aug. 1627 aan HHM op te laten sturen. De Admiraliteit in Zeeland zullen ze schrijven de ontvangers alleen de staat van ontvangsten over de laatstgenoemde periode te laten toesturen, omdat die over 1 sept. 1625 tot en met 1 sept. 1626 al is ingediend. Ook zullen de ontvangers zelf worden aangeschreven, ter bespoediging van het opsturen van de staten.

184 Ter vergadering wordt de brief geresumeerd die door Gerardt van Berckel is opgesteld over de uitwisseling van de gevangenen.
De brief zal ongewijzigd worden verstuurd.

195 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 2 april over het op 30 maart bij HHM ingediende verzoek van kapitein Henrick Krekelaer, die wijlen kapitein Aelbert Coenders is opgevolgd. Hij wil uit 's lands magazijn voor honderd man wapens hebben ter vervanging van de verloren wapens van het volk dat met kapitein Coenders op de Veluwe sneuvelde. Tenslotte krijgt het volk te water dat wapens verliest, die ook van het land vergoed. Ingaan op dit verzoek zou volgens de RvS echter te grote consequenties hebben. Daarom zijn dergelijke verzoeken eerder afgewezen. Bovendien zijn de situaties te land en te water niet vergelijkbaar op dit punt.
HHM besluiten conform het advies. Desondanks wordt uit goede overwegingen, zonder acht te slaan op het verlies van de wapens, de erfgenamen van Coenders een som van 250 gld. toegekend, verantwoord te besteden. Van deze som zal ordonnantie worden gedepêcheerd.

20 HHM lezen het antwoord van de RvS d.d. 5 april op de resolutie van HHM van 14 maart, waarin zij de RvS om advies vragen of, in verband met de reductie van 's- Hertogenbosch, de dorpen in Zuid-Holland en onder de Baronie van Breda ontlast moeten worden van het Bosch' licent.
De Zuid-Hollandse dorpen worden van het Bosch' licent ontheven. In plaats daarvan kan worden volstaan met de betaling van vijandelijk licent over de goederen die zij uit de steden van deze zijde zullen halen. Wat betreft de dorpen van de Baronie van Breda: dit wordt in beraad gehouden.

21 HHM lezen het antwoord van de RvS d.d. 9 april op de resolutie van HHM van 28 maart. De voormalige rentmeester Brouchoven heeft Breda als residentie gekozen. Daarvandaan heeft hij doen schrijven dat de rentieren op de stad 's- Hertogenbosch en de Meierij van 's-Hertogenbosch bij hem moeten komen om hun renten te ontvangen. Hij behoudt daarmee het eigendom voor de vijand.
Conform het advies van de RvS menen HHM dat het consenteren van beden een erkenning is van de soevereiniteit. Aangezien met de verovering van 's-Hertogenbosch de soevereiniteit aan deze staat is gekomen, kan het invorderen van de beden over de Meierij niet worden gedoogd. Bij proclamatie moet de RvS de ingezetenen van de Meierij verbieden beden toe te staan, op straffe van 100 gouden realen. Wanneer de vijand desondanks deze beden gerechtelijk over de Meierij wil invorderen, zal hieraan nader aandacht worden besteed.

22 Ter vergadering compareert secretaris Huijgens. Hij heeft HHM de inhoud van een brief d.d. Heusden 14 april van ontvanger Hamel aan de RvS meegedeeld. Huijgens is er nog niet in geslaagd het opgelegde bedrag te lenen. De secretaris laat daarnaast weten dat de RvS bezig is met de repartitie van de 55.000 pond die HHM op 12 april hebben besloten te laten lenen, de ene helft door de ontvanger-generaal, de andere helft door particuliere ontvangers. De RvS is bevreesd dat de ontvanger-generaal op zijn krediet geen geld zal kunnen lenen.
Er wordt geen resolutie genomen.

23 Ter vergadering compareert ambassadeur De Beaugij. Hij heeft HHM op last van de Franse koning geïnformeerd over de toestand van het koninklijke leger in Savoye en de breuk van de hertog aldaar met de koning. Hij verwijst voor bijzonderheden naar de schriftelijke authentieke verklaring waarvan hij HHM twee exemplaren heeft doen toekomen.
HHM wordt uitdrukkelijk verzocht de gelegenheid aan te grijpen de Spanjaarden aan te vallen, die elders in Italië in beslag genomen worden. Het zou de koning ten hoogste verplichten wanneer hij zou zien dat zijn vrienden zijn goede bedoelingen met hun inspanningen ondersteunen. Hij zou van HHM hun intentie willen weten en ook of zij op het punt staan te velde te trekken.
Daarnaast verklaart De Beaugij teleurgesteld te zijn in de gratie die wordt genoemd in de akte van schipper Jan Pissaut. Hij had meer gratie verwacht en verzoekt daar alsnog om. Hij kan de akte in de huidige vorm niet accepteren omdat daarin gesteld wordt dat HHM Franse schepen die de Vlaamse havens in- of uitzeilen en die door oorlogsschepen van deze landen op zee worden verkregen, verbeurd worden verklaard.
De Beaugij is eerst in algemene termen geantwoord. HHM zullen hierover nader overleggen.

1 Deze resolutie is gedeeltelijk door een klerk ingeschreven in S.G. 55.
2 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 55.
3 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 55.
4 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 55.
5 Deze resolutie is gedeeltelijk door een klerk ingeschreven in S.G. 55.