17/04/1630

 
English | Nederlands

17 - 04 - 1630

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 HHM besluiten naar aanleiding van de memorie van Dyden dat het pensioen van 3.000 gld. jaarlijks dat hem is toegekend voor zijn aandeel in de aanval op Wezel, op 19 aug. 1629 (de dag dat de aanval werd ingezet) zal ingaan. Hiervan zal akte in de vereiste vorm worden gedepêcheerd.

2 Het verzoek van de weduwe van ingenieur Holst om een gouden medaille zoals andere ingenieurs die bij 's- Hertogenbosch betrokken zijn geweest, wordt afgewezen.

3 Het verzoek van Barent Tapkens om zijn controleurschap te Wezel te mogen overdragen op zijn schoonzoon Jacob Donder, wordt afgewezen.

4 Harman Craijvanger, een van de voormalige raden van Amboina [Ambon], verzoekt om 200 gld. ineens voor het laten maken van enkele wollen en linnen kledingstukken, bovenop de 300 gld. die hem en andere voormalige raden voor eten en drinken zijn toegekend.
Een beslissing wordt opgeschort.

5 Janus Erasmus te Utrecht wordt 25 gld. toegekend voor een naar aanleiding van de overwinning op 's- Hertogenbosch uit Vergilius 1 samengesteld boekje.
Hiervan zal ordonnantie worden gedepêcheerd.

6 Naar aanleiding van het aanschrijven van HHM excuseert Joachim Jansz. Poelenburch, chercher te Zaandam, zich per brief d.d. Zaandam 15 april voor het niet kunnen verschijnen op 24 april. Hij ligt ziek op bed, maar stelt voor zich schriftelijk te verdedigen tegen de bij HHM ingediende klachten van de pachters.
Poelenburch mag zijn verdediging schriftelijk voeren als zijn gezondheid het niet toelaat te verschijnen.

7 De gezamenlijke beamten en stenden van het graafschap Mark beklagen zich per brief d.d. Dortmund 3 april over verschillende misdragingen van het ingekwartierde volk. Ze verzoeken om maatregelen daartegen.
Dit rekest zal voor een beslissing ter hand worden gesteld aan de RvS.

8 De gezamenlijke beamten en stenden van het graafschap Mark beklagen zich per brief d.d. Dortmund 3 april over het uitschrijven van contributies door graaf Willem en de invordering daarvan. Het ingekwartierde volk kwelt de ingezetenen van het graafschap Mark zeer en berooft ze van hun goederen. Ze verzoeken om maatregelen daartegen.
Deze brief zal voor advies aan de RvS ter hand worden gesteld. Ondertussen zullen HHM schrijven aan Van der Cappelle en Oenema, momenteel te Wezel, om informatie over de aard van de contributies, wat daarop wordt betaald en of de uitgevaardigde bevelen op dit punt worden nagevolgd.

9 De verklaring die conform de resolutie van 13 april zou worden opgesteld als antwoord op de klachten van koning van Frankrijk over de overlast en excessen door soldaten van deze zijde begaan in het Land van Luik, is vastgesteld.2
Griffier Musch wordt gelast deze verklaring aan ambassadeur De Beaugij af te geven.

10 HHM resumeren de nadere akte conform de resolutie van HHM d.d. 9 maart, opgesteld ter verheldering van de op 1 maart aan de ambassadeur van Venetië overhandigde akte betreffende de financiële hulp.
HHM zullen deze zaak laten rusten en de akte achterhouden.

11 Kapitein De Loges verzoekt uitvoering van de in zijn voordeel en ten nadele van Gooswyn Meurskens genomen beslissing van de RvS d.d. 28 maart, ondanks het door HHM verleende appèl tegen die beslissing.
Het verzoek wordt afgewezen.

12 Jaques de Jonge, woonachtig te Vlissingen, wordt sûreté de corps verleend voor zes maanden. Hij mag naar het staatse deel van Vlaanderen gaan om daar zijn zaken te regelen.

13 De Kleefse stadhouder en raden beklagen zich d.d. Emmerik [Emmerich] 20 maart over de oprichting van een kantoor van de konvooien en licenten te Lünen en de aanstelling van officieren aldaar.
HHM zullen terugschrijven dat het kantoor slechts een tegenmaatregel is, genomen naar aanleiding van de oprichting van een kantoor door de Spanjaarden te Hamm. HHM willen hiermee het gezag van de keurvorst niet aantasten. Desgewenst zullen zij een akte van non-prejuditie depêcheren, met de verklaring dat HHM het genoemde kantoor zullen opheffen zodra de Spanjaarden dat te Hamm doen.

14 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 9 april over de op 30 maart bij HHM ingediende memorie van Diden, commandant te Wezel. De RvS schrijft dat over het hooi en de haver voor de ruiters die daarheen worden gevoerd geen uitgaand konvooi hoeft te worden betaald. De RvS heeft de resolutie van HHM van 26 nov. 1629 erop nagezien, waarin HHM Wezel zoals onder de Spanjaarden vrijdom heeft verleend van tollen en licenten over alle inkomende goederen en materialen die in de stad zullen worden verbruikt. De RvS ziet dan ook niet waarom over de daarheen vervoerde haver en hooi te 's- Gravenwaard licent moet worden betaald.
Een beslissing wordt opgeschort.

15 HHM lezen het antwoord van de RvS d.d. 8 april op de apostille van HHM, gesteld op het advies van de RvS d.d. 3 april. Daarin wordt dit College in het bijzonder gevraagd te specificeren uit welke compagnieën de compagnie van de graaf van Solms met vijftig koppen versterkt kan worden, indien conform de resolutie van 6 feb. daarvoor niet vijftig man van de compagnie van kapitein Machwits mag worden genomen.
Het antwoord zal luiden dat de vijftig man genomen kunnen worden uit de compagnieën van de graaf van Hanau, de heer van Loqueren, de graaf van Horn, baron de Gera en Engelbert Charles. Deze bestaan allemaal uit tweehonderd koppen buiten regimenten en staan op de repartitie van Holland .
HHM blijven bij hun resolutie van 6 feb. en machtigen de RvS deze naar vorm en inhoud uit te voeren. De gedeputeerden van Friesland protesteren hiertegen en verklaren de resolutie niet te zullen naleven.

16 Secretaris Huijgens compareert ter vergadering. Hij laat HHM weten dat de RvS conform de apostille van 15 april Z.Exc. in kennis heeft gesteld van de memorie om aan de landsgrenzen vier compagnieën ten dienste van de republiek Venetië te werven, om ze daarna in de havens en op de rivieren van deze staat in te schepen. Z.Exc. en de RvS achten deze toestemming allesbehalve raadzaam, omdat het eenmaal afgedankte volk op de loop zou kunnen raken.
HHM conformeren zich aan het advies en slaan daarom het verzoek af.

17 Jacob de Maker en Elisabet Pieters, echtlieden woonachtig te Vlissingen in Zeeland, worden gemachtigd in hun testament op te nemen samen of elk apart te mogen beschikken over hun huizen, landen en andere onroerende goederen in de steden en ambachten van Axel, Terneuzen en Biervliet in Vlaanderen. Dit is conform het octrooi dat hun op 24 oktober 1614 is verleend, ondanks dat ze zich in de genoemde gebieden niet ophouden, maar in andere kwartieren en landen van deze provincie.

18 President Beaumont rapporteert ter vergadering van HHM dat hij de inhoud van de brief van equipagemeester Jan Symonsz. Blauhulck d.d. 9 april over de gemetselde zinkschepen heeft meegedeeld aan Z.Exc.
HHM zullen Raep en Jan Symonsz. Blauhulck schrijven al het mogelijke te doen om deze schepen te Enkhuizen van alles te voorzien om ze voor het beoogde plan in te zetten. Hetzelfde geldt voor de schepen die in Engeland liggen. Vice-admiraal Quast zal worden geschreven Raep en Blauhulck de tijd en plaats te laten weten waar de schepen uit Engeland en deze landen heen moeten worden gebracht. Quast moet ervoor zorgen dat het plan niet voor de tweede maal door wanbeleid wordt verprutst.

19 HHM resumeren de brief van ontvanger Hamel te Heusden, waarvan de RvS ze gisteren op de hoogte heeft gesteld. Hamel kan niet aan het geld komen dat HHM hem opgedragen heeft te lenen.
De RvS zal Hamel nogmaals aanschrijven zijn uiterste best te doen om het bedrag op rente te lenen. Hetzelfde geldt voor ontvanger De Fresne te 's- Hertogenbosch. Lukt De Fresne dit niet, dan heeft hij last naar Holland te gaan om het daar opnieuw te proberen.

20 HHM resumeren het door ambassadeur De Beaugij gisteren ingediende voorstel over de zaak Pissot.
HHM zullen de handelwijze en voorbeelden in soortgelijke zaken uit het verleden laten nazien.

21 Op voorstel van Beaumont besluiten HHM om morgen de eerder gesloten alliantie met Zweden te resumeren.

22 HHM zullen nogmaals aan de Admiraliteit te Amsterdam schrijven in allerijl informatie te sturen over een schip dat door een van haar kapiteins onder het kasteel te Göteborg is weggevoerd.

1 Nadere titelgegevens ontbreken.
2 De in het Frans gestelde verklaring is geïnsereerd in S.G. 3189.