16
Na lezing van een door het
Admiraliteitscollege te Amsterdam
ingeleverd geschrift nemen HHM een aantal besluiten. Het stuk begint met een reactie van de Admiraliteit op het rekest van
Daniel,
Roelant en
Jan van
Vickevoort d.d. 19 dec. 1625. Geadviseerd wordt met zijde
vervaardigde
gouden passementen niet zwaarder te belasten dan zijden
passementen. De
passementen, grotendeels toch van zijde, worden volgens een nieuwe
methode gemaakt, de vervaardiging ervan bezorgt veel huisgezinnen
onderhoud en de handel erin begint te bloeien. Bovendien mogen de
bedenkers van de nieuwe werkwijze in de beginfase wel wat steun
genieten.
HHM voegen zich voorlopig naar dit advies.
Voorts geeft de Admiraliteit naar aanleiding van de missive van HHM van 1 jan. de huurbedragen op voor de schepen in de vloot van
Haultain. Het schip van kapitein
Dorp kost 3.500
gld. per maand en de andere zes schepen, waarbij twee jachten
gelijkgesteld worden aan een schip, kosten niet minder dan 2.000
gld.
per maand.
Schimmelpenninck,
Matelieff,
Beaumont
en
Oosterzee zullen de afrekening
voor deze schepen in voorlopige zin opstellen.
De tevens gevraagde vermindering van de rechten op potas wordt nog in beraad gehouden.
Voorts dienen de Admiraliteiten door aanplakbiljetten of anderszins bekend te maken dat voor 1 april aanstaande geen schepen naar het oosten mogen uitvaren.
Wat de gevraagde subsidie betreft, wordt het nodige gedaan door de provincies te bewerken via serieuze brieven en bezendingen.
De kwestie die de
licentmeester te Emmerik heeft aangebracht tegen het plakkaat
van de
Kleefse
raden (dat Kleefse ingezetenen gelast voor daar geweide ossen
uitsluitend licent te betalen aan hun ontvanger) wordt aangehouden
zolang de sluiting van de licenten nog duurt.
Inzake het ontheffen van het Amsterdamse comptoir van het geld dat voor de
keurvorst van Brandenburg is gelicht, wordt verder gewerkt aan een oplossing.
Tot slot is het gebod aan de commandant op de kust van
Vlaanderen - te verhinderen dat er graan van het oosten naar
Duinkerke wordt gebracht - geregeld in de op 6
feb.
vastgestelde instructie voor die commandant.