11
Haultain doet, onder verwijzing naar zijn ingeleverde verbaal, ter
vergadering verslag van zijn reis naar
La
Rochelle in dienst van de
koning
van
Frankrijk.
Hij
voegt nog toe dat de kapiteins levensbenodigdheden hebben ontvangen
volgens de door hem overhandigde lijst en dat zij elk 100 en 50
pistoletten voor de schepen respectievelijk de jachten hebben
gekregen, nog te korten op de kapiteins. Hij heeft pas in januari
de
brief van HHM d.d. 20 okt. 1625 ontvangen en op 26 jan. hun brief
d.d.
3 dec. Het bericht van zijn vertrek d.d. 27 jan. bereikte de koning
in
Parijs binnen 48 uur en op 3 feb. kon hij bij
gunstige
wind zee kiezen richting
Vlissingen waar hij op 16
feb. arriveerde. Zodra de kust van Frankrijk was bereikt zijn
Haultain en zijn kapiteins elk vereerd met een
gouden keten. Na de vernietiging van de vloot van
Soubise zijn alle kapiteins en de
matrozen
beloond
met een maand gage. Haultain zelf heeft een pensioen
van 3.000 gld. per jaar aangeboden gekregen, maar dit niet
aanvaard.
Vooraf
heeft de koning hem en kapitein
Dorp met de orde
van
Sint Michel vereerd.
Haultain wordt bedankt voor zijn goede diensten en
dient het geld en de levensbenodigdheden die de kapiteins op
rekening
hebben ontvangen ten behoeve van de liquidatie op schrift te
stellen.
Zodra
Noortwyck,
Beaumont en
Hertevelt bij
D'Espesses zijn
geweest mag Haultain de ambassadeur gaan
begroeten.
09/03/1626, 1
1
Deze resolutie is gedrukt:
Bronsveld, Het buitengewone gezantschap ,
102-103.