21/04/1626, 10

 
English | Nederlands

21/04/1626, 10

101 In aanwezigheid van Z.Exc. en de RvS wordt nader beraadslaagd over de gisteren ontvangen brief van de volmachten van de steden van Friesland. Zij vragen, naast uitstel van de executie wat de corporagelden en het derde deel van de middelen betreft, een voorstel voor de te verpachten middelen waarbij wordt voorkomen dat het ene lid van de provincie zwaarder wordt belast dan het andere.
HHM willen na de vele vermaningen en ernstige waarschuwingen de executie niet meer opschorten en blijven dus bij hun vorige resoluties en met name bij die van 11 april. Maar om de steden tegemoet te komen zullen zij afzien van de in die resolutie genoemde termijn van vier maanden na afloop van de verpachting ter afdoening van de gerezen bezwaren. In plaats daarvan zullen de gecommitteerden van HHM zich er rechtstreeks en nog voor de verpachting mee bezighouden opdat de steden, indien mogelijk, tevredengesteld mogen worden. Daartoe wordt voorgesteld de corporagelden voor een deel te heffen over de huizen op het platteland die schotvrij zijn. Ook andere middelen zullen worden beraamd en toegestaan waardoor een dragelijke verponding mogelijk wordt.
In het geval de steden toch tegensputteren zal door de gedeputeerden van HHM met de stadhouder en de bereidwillige leden van de provincie worden gesproken over de beste manier om de verpachting te doen uitvoeren.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven.