25/04/1626, 12

 
English | Nederlands

25/04/1626, 12

121 De Bewindhebbers van de VOC zullen voorzien in de huisvesting van de ambassadeur van Perziƫ aangezien hij hier aanstaande mei moet verblijven.
Noortwijck, Vosbergen en Boetzler overhandigen het geschrift waarin de Perzische ambassadeur zijn preciezere opdracht uiteenzet.
Dit zal worden besproken met enkele bewindhebbers van de VOC en bij het vertrek van de ambassadeur zal hem antwoord worden gegeven.
Dezelfde heren rapporteren dat de ambassadeur aandringt op uitlevering van zijn tolk Paul.
HHM zullen nog een keer aan het Amsterdamse stadsbestuur schrijven bij de bewindhebbers van de VOC te achterhalen waar de tolk zich ophoudt. Hij dient vervolgens naar het huis van Carl van Gelder in 's- Gravenhage te worden gebracht, in afwachting van een nadere beslissing.

1 Deze resolutie is gedrukt: Dunlop, Bronnen Oostindische Compagnie Perziƫ I, 693-94.