14
De door
David Pallache op 27 april overhandigde akte van ridder
Jan de
Kesseler, heer van Marquette, raad en afgezant van de
koning
van Spanje, wordt besproken. De akte is niet in overeenstemming met
de
bedoeling van HHM. Die zouden alleen willen onderhandelen over een
algehele uitwisseling van gevangenen te water zonder betaling van
rantsoen,
maar wel van onderhoudskosten.
Pallache mag weer naar
Brussel
reizen en daar verklaren dat indien de
Infanta
Kesseler op 25 mei naar
Middelburg in
Vlaanderen stuurt, HHM op die dag
Daniel
Slachmulder, advocaat-fiscaal van de Zeeuwse
Admiraliteit,
daarnaartoe zullen zenden. Pallache krijgt
paspoort
mee van Z.Exc. voor Kesseler en in Brussel zal
Pallache paspoort voor
Slachmulder moeten zien te
verkrijgen.
Ondertussen zal de Admiraliteiten worden geschreven de namen van de gevangenen uit hun ressort op te sturen zodat er een algemene lijst kan worden gemaakt. De
WIC
zal worden geschreven nu over de uitwisseling wordt onderhandeld haar gevangenen toe te voegen opdat de ruil vooruitgang boekt. Ook als er geen rantsoen wordt gesteld dient voorkomen te worden dat vanwege particuliere overwegingen de uitwisseling niet doorgaat, aangezien dat groot misnoegen van de luid klagende en smekende vrouwen, kinderen en verwanten van de gevangenen zal opleveren.