3
Op credentie van de
graaf van Oost-Friesland d.d. Aurich 20 april zijn ter vergadering diens raden
Sixtus van Amama en
Gerardus
Geerts, landrechter, verschenen. Zij zetten uiteen dat de
graaf tot een akkoord is gekomen met de ridderschap, de steden
Aurich en
Norden en de
huismansstand
en dat alleen de stad
Emden nog over is. Zij zijn
gestuurd met volledige last om daarover te onderhandelen, aan HHM
overlatend of dit mondeling dan wel schriftelijk zou moeten
gebeuren.
HHM besluiten hun propositie op schrift te eisen.
Amama en Geerts hebben tevens een brief overhandigd van de
Deense koning d.d. 2 april, waarin deze de zaak van de graaf aanbeveelt.
Die wordt de RvS ter hand gesteld.