2
De
koning van Frankrijk vindt dat de liquidatie van de schepen die onder
Haultain in dienst van Z.M. zijn
geweest, in
Frankrijk moet plaatsvinden.
Culenborch,
Noortwijck,
Vosbergen,
Boetzeler,
Haersolte en
Schaffer zijn
gecommitteerd tot een gesprek met de Franse
ambassadeur teneinde hem duidelijk
te maken dat
de
schepen door vier verschillende Admiraliteiten zijn
uitgerust op
uiteenlopende voorwaarden. Elk College moet dan ook over de
liquidatie
worden gehoord, hetgeen een afwikkeling door een gedeputeerde in
Frankrijk niet goed mogelijk maakt.
Dezelfde heren zullen met de ambassadeur ook de betaling van het regiment
Candale bespreken en hem verzoeken, nu van
Sommelsdijck is vernomen dat het
geld niet voor
half
juli beschikbaar is, door lening of kredietstelling tot die tijd
in
het onderhoud van de troepen te voorzien of anders niet vreemd op
te
kijken als zij worden afgedankt.
Eerst zal Z.Exc. worden verzocht het pad te effenen door gelijke voorstellen te doen.