22/05/1626, 12

 
English | Nederlands

22/05/1626, 12

121 Noortwijck en Vosbergen hebben, zoals eerder [16 mei] besloten, met de Franse ambassadeur gesproken over hetgeen is gebeurd bij Le Havre. Ook hebben zij gevraagd hoe het zit met de Duinkerkers die zeebrieven weten te krijgen alsof zij ingezetenen van Calais zijn. De ambassadeur zal schrijven met het doel deze praktijken te beƫindigen.
D'Espesses heeft ook verklaard dat zijn secretaris weliswaar is teruggekeerd, maar zonder wisselbrieven zodat hij geen middelen heeft om iets voor te schieten voor de nieuwe Franse troepen. Wel heeft de secretaris de artikelen van de alliantie, zoals de raden van de koning en Sommelsdyck die zijn overeengekomen, meegebracht. Aangezien HHM degenen zijn die om het verbond hebben verzocht, zal de ambassadeur hun deputatie afwachten.
Z.Exc. zal op de hoogte worden gesteld.
Culenborch en mede-gecommitteerden doen verslag van de bespreking met Sommelsdyck over de bewuste artikelen en ook hun bevindingen zullen Z.Exc. worden meegedeeld.
Aangezien de hertog van Bouillon, graaf Jurgen Ernst van Stirum en anderen blijven aandringen op de betaling van hun op het Franse geld geassigneerde compagnieƫn, zal ook dit met Z.Exc. worden besproken.

1 Deze resolutie is gedeeltelijk gedrukt: Bronsveld, Het buitengewone gezantschap , 127.