26/05/1626, 6

 
English | Nederlands

26/05/1626, 6

6 Halewyn en Matelieff doen verslag van het onderzoek van de adviezen over de roei-jachten bestemd voor de kust van Vlaanderen. Met Z.Exc. en Haultain zijn zij van mening dat de vaartuigen 88 voet lang en 18 voet breed moeten zijn, met een scheepshol van 6 of 6½ voet en voorzien van 15 paar riemen. De scheepstimmerlieden bepalen het vallen van de steven. De fregatten moeten zo snel mogelijk worden gemaakt, dienen zeewaardig te zijn en te worden uitgerust met acht lichte kanonnen.
De Admiraliteiten zal geschreven worden elk zo spoedig mogelijk een fregat uit te rusten. Het College te Amsterdam zal er twee voor zijn rekening nemen.