9
Rantwijck en de andere gecommitteerden die in bespreking zijn geweest
met
Spirinck, rapporteren dat de
gezant heeft
verklaard niet gelast te zijn om te spreken over de contributies.
Hij
beroept zich op het akkoord van de vorst van
Neuburg en de graaf van
Schwarzenberg, eraan toevoegend
dat
Brandenburg meer uit het Land van
Gulik
[Jülich] heeft gehaald dan Neuburg.
Hij
zou
niet meer contributie mogen eisen van dit gebied dan zijn heer van
Kleef en andere onder Brandenburg vallende
kwartieren.
De gecommitteerden hebben Spierinck eveneens de klachten van de religieverwanten uit
Gulik
[Jülich],
Berg en omgeving
voorgehouden.
Hij heeft verklaard daarvan niet volledig op de hoogte te zijn,
maar
vermoedt dat personen met het recht van patronaat, waaronder de
bisschop van Keulen,
als
scherprechter kunnen optreden.
HHM zullen beslissen nadat de gecommitteerden Z.Exc. hebben ingelicht.