13
Contareni heeft verklaard dat hij
Correr en
Contarini niet in zijn huis kan logeren. Hij
neemt aan dat HHM deze van credentiebrieven voorziene heren niet
anders dan andere ambassadeurs zullen behandelen.
Culenborch zal worden gevraagd zijn huis ter beschikking te stellen
voor de twee heren. Hun gevolg zal elders ondergebracht worden.
Besproken wordt of de heren niet in
Amsterdam
(waar
zij nu zijn) en de op hun route liggende steden
Haarlem en
Leiden onthaald zouden
moeten worden. HHM gaan daar niet op in, maar besluiten tot de
verwelkoming bij 's-
Gravenhage door Z.Exc. en
vervolgens in het logement door hun gecommitteerden.