81
Naar aanleiding van de namens de
Perzische ambassadeur op 11 juni ingeleverde memorie en het op 18 juni ingediende
verzoek om een antwoord, hebben HHM besloten de ambassadeur te
laten
weten dat de consuls te
Aleppo en omgeving niet
door
deze staat teruggeroepen kunnen worden zolang de kooplieden niet
zijn
ingelicht. De consuls zijn namelijk aangesteld om hun goederen te
beschermen. Inzake het verzoek de
Perzische
koning
te steunen in zijn plan nog enkele steden van de Portugezen af te
nemen, verwijzen HHM naar de officieren van de
VOC
ter plaatse. Dat de komst
van de
ambassadeur HHM aangenaam is hebben zij reeds verklaard, maar
zullen
zij nog onderstrepen met brieven van recredentie die hem bij zijn
vertrek meegegeven zullen worden.
22/06/1626, 8
1
Deze resolutie is gedrukt:
Dunlop, Bronnen Oostindische Compagnie
Perziƫ I, 700-01.