18
Namens
Hoorn wordt nogmaals aangedrongen op de teruggave van het geschut
dat vorig jaar naar
Bremen is gestuurd ten behoeve
van de
Deense koning.
Aangezien de Deense koning de kanonnen niet meer nodig lijkt te hebben, zal
Aissema geschreven worden die met hun attillage terug te sturen.
In het geval de
administrator van
Maagdenburg
behoefte zou hebben aan vier of vijf stuks geschut, mogen die aan
de
Deense koning worden geleverd tegen het eerder afgesproken
ontvangstbewijs.
Het kanon met het wapen van Hoorn dient echter teruggezonden te
worden.