3
In een brief d.d. 1 juli bericht de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
dat het door
Joris Martenssen overweldigde Spaanse schip na aankomst bij de
Ven
onder Enkhuizen door afgevaardigden van de Admiraliteit is
ingehaald en naar
Hoorn gebracht. De gevangenen
zijn
in hechtenis gesteld te
Enkhuizen. Een ontsnapte
paap,
die zich met nog iemand al tussen
Medemblik en Enkhuizen bevond, is ook aangehouden
en
naar Enkhuizen teruggebracht. De Admiraliteit vraagt nu wat er met
schip
en
bemanning moet gebeuren.
HHM zullen antwoorden dat, zoals reeds aan de
Amsterdamse Admiraliteit
is geschreven, Martenssen als kapitein op het schip in dienst van het land aangesteld
kan worden. Daartoe dient de Admiraliteit inzicht te verkrijgen in
de
mogelijkheid het vaartuig als oorlogsschip te gebruiken en, als dat
zo
is, dient zij het van Martenssen te kopen. De
gevangen bemanning zou hij tegen een redelijk vergoeding moeten
afstaan
opdat zij in de algemene uitwisseling gebruikt kan worden.
Z.Exc.
zal Martenssen commissie geven om als kapitein
op
het schip te dienen.