21/07/1626, 15

 
English | Nederlands

21/07/1626, 15

15 Santen en Nobel zijn uit de vergadering van de Staten van Holland gekomen met twee leden van de Admiraliteit te Rotterdam . Zij berichten dat een fluitschip met tien gotelingen, uitgelopen uit Grevelingen, zowel een dogger van Oost-Vlieland als een visserschip uit Maassluis heeft overmeesterd, en acht respectievelijk vier mannen overboord heeft gezet. Een van de schepen is de grond ingeboord. Zij melden eveneens dat wel zestig kolvaarders en "drapers" aan de Doggersbank liggen te vissen zonder enig konvooi en dat die dus eenvoudig door het fluitschip kunnen worden vernietigd. Omdat de fluit door de huidige windkracht niet kan binnenlopen, zou men kunnen proberen het schip te achterhalen. Gezien de berichten dat men van plan is de gehele visserij ten gronde te richten, zouden in elk geval de schepen die naar deze vissers worden gestuurd ook moeten worden gebruikt ter versterking van het konvooi bij de haringvaart, tegen de buitenom komende schepen uit Spanje.
Volgens de Rotterdamse raden liggen twee voor de Engelse vloot bestemde schepen die eerst naar de kust van Vlaanderen gestuurd zouden worden nu voor de Maas. Na lang beraad wordt besloten dat deze schepen zich gedurende veertien dagen voegen bij de haringvaart. Daarna zullen ze naar Duinkerke varen en verdere bevelen afwachten.