12
Ambassadeur
Giorgio Giorgi compareert en feliciteert HHM met de inname van
Oldenzaal. Tevens meldt hij op hun door
Vosbergen overgebrachte verzoek
aan zowel zijn
republiek als enige particulieren te hebben geschreven de
30.000
rijksdaalder voor
Bethlen
naar
Constantinopel
[Istanbul] over te maken.
Het hem door
Hendrick van Eck verstrekte
antwoord [inzake de
buitgemaakte parels] zal hij doorzenden naar
Venetië.
Ook meldt hij nog dat de
keizer
probeert de
nabij de
Oostzee gelegen steden te overmeesteren om zo de
handel van de Republiek te belemmeren, maar dat de
hertog
van
Beieren erop aandringt het leger niet zo ver weg te laten
trekken.
HHM bedanken de ambassadeur en antwoorden hem dat in het geval de eigenaars van de parels onderdanen van de republiek Venetië blijken te zijn, zij dezelfde rechten genieten als de ingezetenen van de Republiek.
Bij zijn vertrek overhandigt de ambassadeur nog een brief van de Venetiaanse republiek d.d. 16 juli. Zij blijkt een verontschuldiging voor het uitblijven van de financiële steun te bevatten.