3
Jan Webster, koopman te Amsterdam, beklaagt zich over de
Rotterdamse Admiraliteit
die
zijn factoor
heeft veroordeeld tot een geldboete van 3.000 gld. Hij had geen
rechten
betaald over een hoeveelheid geloste karsaaien, maar deze stoffen
wel
aangegeven.
De Admiraliteit wordt om een reactie gevraagd.