12
Vosbergen en
Almelo rapporteren uit
hun gesprek
met de
Franse ambassadeur en met
de heer
Foulaine niets anders te kunnen
opmaken dan dat
een
bestraffing niet mag uitblijven omdat de
koning
het
vergrijp van de kapiteins jegens de knecht van D'Espesses opneemt
als
zou het hem zelf betreffen.
Zij delen ook mee dat de ambassadeur hen heeft bedankt voor de gelukwensen met het huwelijk van de
broer van Z.M.