6
Twee raden van de
Rotterdamse Admiraliteit
compareren en brengen naar voren dat zij geen voorstel kunnen doen inzake de op komst zijnde vrijlating van gevangenen aangezien uit hun kwartier geen schepen naar de
Levant varen. Tevens verzoeken zij HHM om duidelijkheid inzake
artikel 21 van de verordening op de pacht [betreffende de verdeling
van
de boetes onder de pachters] aangezien het opmaken van de
rekeningen
daarop hangt.
Besloten wordt de kwestie morgen af te handelen.
De raden doen tevens mededeling van een schrijven van
Mibassen over het geschut te
Calais.
Zij zullen een kostenraming van de kanonnen maken en opsturen naar HHM. Tevens moeten zij de
secretaris van Languerack alle informatie verstrekken die nodig is voor de
afrekening van de schepen die in Franse dienst zijn geweest.
Een van de raden,
Colster, wil opening van zaken opdat hij zich kan
verdedigen tegen het verwijt dat hij probeert zijn bieren uit te
voeren.
Als hem iets ten laste wordt gelegd, zal er geen beslissing worden genomen zonder hem eerst te horen.