05/10/1626, 11

 
English | Nederlands

05/10/1626, 11

11 Ter vergadering verschenen adviseert de RvS de propositie van Amama te beantwoorden met een schrijven aan de graaf van Oost-Friesland. Daarin zouden HHM moeten stellen dat zij hem op 1 juli hadden verwacht en dat zij, terwijl zijn komst uitbleef, tot het besluit zijn gekomen opnieuw gedeputeerden naar Oost-Friesland te zenden. De graaf zal kunnen begrijpen dat die resolutie niet ongedaan gemaakt kan worden, vooral omdat de gedeputeerden van de stenden en de stad Emden naar Oost-Friesland zijn vertrokken in de wetenschap dat zij zullen worden gevolgd door de gecommitteerden van HHM. Daarom is het ook van belang dat de graaf in Oost-Friesland blijft om zo in de afhandeling van de geschillen behulpzaam te zijn.