09/10/1626, 1

 
English | Nederlands

09/10/1626, 1

1 Ondanks het verzoek om uitstel van Gruault is de Franse ambassadeur akkoord met de publicatie van de uitspraak in de arbitragezaak. De stukken die Gruault wil toevoegen hebben voornamelijk betrekking op de vaststelling van de geleden schade en niet op de hoofdzaak. De griffier zal aan elk der ambassadeurs een exemplaar van het door hem ondertekende vonnis1 doen toekomen.
Kapitein Abraham du Quesne wordt veroordeeld in de door de Staten-Generaal te taxeren kosten en schade, ontstaan aan en geleden door de Saint Jean l'Évangéliste, in 1615 uitgevaren voor de walvisvaart op de kust van Noorwegen. De door de Deense vloot onder admiraal Giede van Tonnerup aan het door Du Quesne c.s. in 1618 uitgeruste schip Le Fidèle François berokkende schade zal door Tonnerup dienen te worden vergoed. Deze admiraal wordt ook veroordeeld in de kosten en schade onstaan aan en geleden door het door baron de Chapelaines uitgeruste schip Le Lion d'Or. De Deense vloot heeft dit schip genomen en naar Oost-Indië gebracht.

1 Geïnsereerd in S.G. 3185.