14/10/1626, 1

 
English | Nederlands

14/10/1626, 1

1 Van Z.Exc. is een brief d.d. 11 okt. ontvangen waarin hij mededeling doet van belangwekkende zaken. Spinola heeft 400.000 gld. naar Duinkerke gestuurd en Mansfeld trekt met alle schepen van het land ook die kant op. In Antwerpen zijn duizend matrozen gemonsterd met het doel een aanval te plegen op onder meer Walcheren en Cadzand. Beweerd wordt dat Mansfeld eerst met zijn schepen zeventig à tachtig kustschepen met drieduizend Spaanse rekruten aan boord tegemoet zal gaan om daarmee een aanval te doen op Engeland, Walcheren of Sluis. Mogelijk zullen ze ook nog de Elbe opvaren. [Bij de vijand] bestaat de vrees dat de schepen van HHM tezamen met die van de Engelsen dit jaar de zilvervloot zullen veroveren.
Teneinde de nodige maatregelen te kunnen treffen zal een afschrift van deze brief worden gezonden aan Joachimi, Lecq, de Gecommitteerde Raden van Zeeland en de gouverneur van Sluis. Tevens zullen enkele afgevaardigden van HHM naar de Admiraliteitscolleges in Holland gaan om te bewerken dat alle schepen van het land onmiddellijk naar de kust worden gezonden. Aan Beaumont, die nu in Zeeland is, zal hetzelfde worden gevraagd. Hendrick van Eck zal naar de Admiraliteit in Amsterdam gaan, Bleiswijck naar die in Rotterdam en Schagen naar de Admiraliteit in het Noorderkwartier . Bij deze Colleges zal ook worden aangedrongen op het onmiddellijk doen uitvaren van de voor de Engelse vloot bestemde schepen. Aan Lecq zal nog worden geschreven zorg te dragen voor een goede bezetting van de kust.
In het schrijven van Z.Exc. wordt ook nog melding gemaakt van de uitbreiding van de commissie van Pleuren. De bedoeling is nu al het vee dat onder sauvegarde weidt in het Land van Altena, Heusden, Werkendam en de Langstraat tot buit te maken, ook al het vee van de heemraden en ook de ossen die via Holland uit Denemarken zijn gekomen.
HHM willen op dit punt het advies van de RvS vernemen.