04/11/1626, 17

 
English | Nederlands

04/11/1626, 17

17 Rantwyck, Duick en Vosbergen doen verslag van hun bespreking met de predikanten die het oude testament vertalen. Zij hebben verteld wat inmiddels door elk afzonderlijk is gedaan en zij willen nu graag de nadere bedoelingen van HHM vernemen. Bovendien verzoeken zij HHM een besluit te nemen over de extra kosten die zij in Leiden moeten maken vanwege de plaatselijke duurte, huishuur, amanuensis, huisbrand, verlichting en boeken.
De predikanten dienen het oude testament vanaf het begin in vier stukken te verdelen en na afronding van elk stuk dit aan de revisoren voor te leggen. Binnen een af te spreken termijn dienen zij de revisie te verwerken en het afgeronde en ondertekende stuk naar HHM op te sturen. Dat zal dan daar worden bewaard totdat, na voltooiing van het gehele werk, de vertaling gedrukt kan worden. De predikanten mogen van de erfgenamen van de eerdere vertalers het tegen een jaarlijks traktement verrichte werk opeisen. Zij zullen naast hun gewestelijke traktement nog 600 gld. per jaar krijgen en daarnaast 300 gld. voor de huishuur en 200 gld. voor de amanuensis. De kosten die zij in hun bijeenkomsten moeten maken voor huisbrand, verlichting en boeken kunnen zij declareren. Voor Bogerman, die al een jaar in Leiden verblijft, zal van 1.100 gld. ordonnantie worden gedepĂȘcheerd vanwege de hogere verblijfskosten en van 57 gld. 9 st. vanwege boeken en dergelijke. Voor Baudartius, die vanaf 14 april in Leiden verblijft, zal van respectievelijk 575 gld. en 62 gld. 19 st. ordonnantie worden gedepĂȘcheerd.