8
Voor kapitein
Jan Hessels, majoor te Emmerik, zal aan de
Kleefse raden worden geschreven hem subsidialen
te verlenen. Die heeft hij in zijn hoedanigheid als man en voogd
van
Anna van Eller nodig om een door
de
raden in zijn voordeel gewezen vonnis te doen
voltrekken in het Land van
Gulik
[Jülich].