10/12/1626, 9

 
English | Nederlands

10/12/1626, 9

9 De ontboden timmerman Janssen heeft ter vergadering verklaard dat hij na inspectie van een in Schiedam te koop aangeboden partij hout het Rotterdamse Admiraliteitscollege had gemeld het hout niet van goede kwaliteit te vinden. Colster en Sluis hebben daarop de partij bezichtigd en in hun aanwezigheid heeft Janssen ongeveer 44 geschikte stukken hout uitgezocht. De raden wilden echter de gehele partij aankopen voor meer dan 1.500 gld. terwijl de timmerman die op niet meer dan 1.000 gld. had getaxeerd. Colster en Sluis, apart genomen, verklaren geen van Janssen afwijkend bod te hebben gedaan.
HHM constateren tegenstrijdigheden en delen de heren mee hen te beschouwen als eerlijke lieden. Zij moeten voortgaan met hun inzet voor het land en zich houden aan de regel dat alle aan- en verkopen worden gedaan in aanwezigheid van de equipagemeester. Janssen wordt aangezegd dat hij zijn beschuldigingen niet had mogen verspreiden. Als hij denkt iets te hebben ontdekt dat in strijd is met het landsbelang moet hij dat in het vervolg bij de geƫigende instantie bekendmaken.