10
Jan Webster verzoekt te worden bijgestaan in de revisie tegen de voor
hem nadelige uitspraak van de
Rotterdamse
Admiraliteit
. Hij vraagt ook relief van de inmiddels
vervallen termijn waarbinnen dit verzoek ingediend had moeten
worden.
Het relief wordt verleend en als adjuncten zijn aangewezen de heren
Kelffken en
Everwijn uit het Hof van
Gelderland;
Van den Honert en
Schot uit
de
Hoge Raad;
Wyngaerden uit het Hof
van Holland; mr.
Geraerdt
Cromom, raad en
secretaris van Goes en,
uit
het Hof van Utrecht, raadsheer
Sas.