10
Jacob van den Broeck, konvooimeester te Emmerik, vraagt of hij mag
doorgaan met
de verstrekking van levensbenodigdheden aan de kloosters. Tevens
wil
hij weten of de uit
Rotterdam afkomstige
bierschepen ook
onmiddellijk moeten lossen.
HHM willen het advies van de RvS vernemen.