18/12/1626, 16

 
English | Nederlands

18/12/1626, 16

161 HHM hebben het advies gelezen dat de RvS op 1 dec. heeft opgesteld over de betaling van de officieren die afwezig zijn geweest.
Vanaf heden zal alle binnen- en buitenlandse officieren niet langer dan drie herenmaanden betaald verlof worden toegestaan voor de behartiging van hun particuliere zaken. Indien HHM, Z.Exc. of de RvS op hun verzoek een dergelijk verlof met enkele maanden te verlengen ingaan, dan zal die toestemming niet gepaard gaan met doorbetaling van het traktement. Als zij langer wegblijven zullen hun compagnieën en ambten (op het niveau van luitenant-kolonel, ritmeester, sergeant-majoor, kapitein en lager) opeisbaar zijn en aan anderen toegewezen kunnen worden. De kolonels zullen worden aangespoord hun verplichtingen na te komen. Bij langere absentie zal met kennis van zaken en in het landsbelang worden gehandeld. Daarom zullen de kolonels die nu al geruime tijd buiten de Republiek verblijven door Z.Exc. worden gemaand per 1 april hier te verschijnen om hun functie uit te oefenen. De RvS zal de overige afwezige officiers, eventueel via de solliciteurs, opdragen hier op 1 april te zijn. Is dat niet het geval, dan zijn hun plaatsen vanaf dat moment vacant en zullen zij onmiddellijk aan anderen worden vergeven.
Teneinde deze resolutie eenparig en zonder schending uit te doen voeren zal zij aan de provincies worden opgestuurd. De officieren die op hun repartitie staan en afwezig zijn, dienen zij dan strikt naar de inhoud van dit besluit te behandelen. De provincies zullen de solliciteurs opdragen in de betaling van voorschotten met deze resolutie rekening te houden. Zij mogen bovendien beslist niet meer dan drie maanden traktement over de tijd van de absentie uitkeren.

1 Deze resolutie is in S.G. 51 ingeschreven door een klerk.