11
De fiscaals
Van Kinschot en
Van den Broeck stellen
dat het op 18
dec. in gediende rekest van Jacob
Duiffhuis
het
land geen nadeel zal berokkenen. Diens
echtgenote
mag in hun ogen voorlopig de helft van de goederen gelaten
worden,
met het voorbehoud dat het land daarop nog aanspraak kan maken
vanwege
de door Duiffhuis gepleegde vergrijpen.
De echtgenote van Duiffhuis dient eerst 3.000 gld. te verschaffen aan de
ontvanger van de Rotterdamse Admiraliteit. Beider bij inventaris op
circa 3.000 gld. geschatte bezit dient als borg voor de eventuele
aanspraken van de Generaliteit.