23/12/1626, 11

 
English | Nederlands

23/12/1626, 11

11 De fiscaals Van Kinschot en Van den Broeck stellen dat het op 18 dec. in gediende rekest van Jacob Duiffhuis het land geen nadeel zal berokkenen. Diens echtgenote mag in hun ogen voorlopig de helft van de goederen gelaten worden, met het voorbehoud dat het land daarop nog aanspraak kan maken vanwege de door Duiffhuis gepleegde vergrijpen.
De echtgenote van Duiffhuis dient eerst 3.000 gld. te verschaffen aan de ontvanger van de Rotterdamse Admiraliteit. Beider bij inventaris op circa 3.000 gld. geschatte bezit dient als borg voor de eventuele aanspraken van de Generaliteit.