2
HHM hebben het rekest van dr.
Pynacker gelezen. Hij heeft samen met
Coij
moeten toezeggen binnen acht maanden uitsluitsel te geven over het
standpunt
van HHM inzake de op 1 juni 1623 door
L'Eremite
bij
Cabo da Roca genomen slaven en renegaten. Hij laat
tevens weten dat de door hem te
Algiers bevrijde
Fransen uit
Calais nu van
Mibassen
vergoeding eisen voor het verlies van hun schip. Hij verzoekt tot
slot
de door hem getrokken wissels voorlopig te accepteren.
Voordat over de wissels wordt besloten zullen
Feith,
Schagen en
Lyclama de
door Pynacker in te leveren declaratie bestuderen. Dezelfde heren
zullen ook het aan HHM gezonden schrijven van L'Eremite over de
slaven
en renegaten onderzoeken. Eveneens zullen zij het traktaat van
Compiègne naslaan op de verplichtingen dezerzijds
ten aanzien van
door
Turken genomen Franse schepen op de kust van Calais.