14
Naar aanleiding van de op 28 dec. 1626 ontvangen brief van resident
Aissema verklaren de heren van
Holland
bereid te zijn hun quote in de drie maanden subsidie voor de
koning van Denemarken te
verschaffen, in navolging
van de
andere provincies.
Aangezien de provincies zich hierover nog niet hebben uitgesproken en de
heren van
Zeeland volhouden dat het Deense subsidie
zou worden betaald uit de
Venetiaanse gelden, besluiten HHM Aissema voorlopig te
antwoorden dat hij op de
ontvanger-generaal
7.500
rijksdaalder mag trekken. Dit bedrag resteert nog van de assignatie
van 12.000 rijksdaalder op de
administrator van Maagdenburg.