6
Essen,
Noortwijck en
Walta
rapporteren dat de
graaf van
Oost-Friesland
blijft
aandringen op zijn vertrek. Echter, als HHM
het begonnen overleg over de bezetting van zijn
graafschap willen voortzetten, aanvaardt de graaf dat zijn stenden
worden ontboden en wil hij wel hun komst
afwachten, tenzij een noodsituatie - bijvoorbeeld de nadering van
de troepen van
Tilly - hem wegroept.
HHM besluiten het overleg voort te zetten. De stenden en de stad zullen
9 februari worden ontboden voor een
conferentie over de bezetting en de eventuele andere geschilpunten.
In een brief uit Emden van 11 jan. schrijven
Ter Cuilen en
Broersema
dat op hun aandringen de Veertigraad heeft besloten de
magistraat aan te laten blijven. Verder zijn drie leden van de
Veertigraad door de magistraat onder huisarrest geplaatst. De vijf
kapiteins die
opdracht
hebben gekregen hun compagnieën tot tweehonderdvijftig man te
versterken,
verzoeken
handgeld en willen weten of zij de soldaten met 4
st.
per dag dienen te betalen voor de tijd vanaf hun indiensttreding
tot de monstering.
HHM besluiten te antwoorden dat de kapiteins geen handgeld
betaald krijgen, maar dat de geworven soldaten tot de monstering betaald zullen
worden
met 4 st. per dag. Aangezien de stenden van
Oost-Friesland
ontboden zijn op 9 februari, wordt Ter Cuilen en
Broersema geschreven tegen die tijd ook hier te
zijn.