30/01/1627, 14

 
English | Nederlands

30/01/1627, 14

14 1 Naar aanleiding van de hervatte besognes met de gedeputeerden van de Admiraliteiten is geconcludeerd dat hun achterstallen 6.431.310 gld. bedragen. Hiervan staat 2.508.015 gld. uit tegen rente en de resterende 3.923.295 gld. betreft lopende schulden. Na beraad over de wijze deze bedragen betaald en afgelost kunnen worden en hoe men verdere tekorten kan voorkomen, is als volgt besloten.
De tegen rente uitstaande bedragen zullen worden aangehouden totdat zij bij nadere gelegenheid afgelost kunnen worden. Voor de aflossing van de lopende schulden zal ontvanger-generaal Doublet een overzicht opstellen van de defecten van de provincies aangaande de voor de zeeoorlog verzochte subsidies van 1622 tot heden. Door middel van brieven en door de gedeputeerden ter vergadering zullen de provincies ernstig worden gemaand de defecten prompt op te brengen en te betalen. De gedeputeerden is tevens verzocht hiertoe iemand uit hun midden naar de provincie te sturen. Die van Gelderland, Utrecht en Friesland zeggen dit toe; de overige heren gedeputeerden achten een schriftelijke aanmaning voldoende.
Betaling van de defecten zal samen met het uit Frankrijk verwachte geld vanwege de schepen die onder luitenant-admiraal De Haultain hebben gediend, zorgen voor de aflossing van een flink deel van het tekort. Er zou dan nog ongeveer 1.400.000 gld. onbetaald blijven. Om dit op te brengen zal de RvS dit bedrag in de petitie voor 1628 over de provincies verdelen, zodat zij hierop kunnen worden aangeslagen in termijnen die de Raad redelijk acht.
De Admiraliteiten in Rotterdam en Zeeland concluderen dringend geld nodig te hebben om hun zaken goed te kunnen regelen. Van de 90.000 gld. die Rotterdam wil, is reeds voor 40.000 gld. een geldlening opgedragen. Een besluit over de 190.000 gld. die Zeeland wil, wordt echter uitgesteld omdat Doublet verklaart hiervoor geen geld te kunnen lenen.
Aangaande het tweede punt - op welke wijze geregeld kan worden dat in de toekomst de Admiraliteiten van grotere tekorten verschoond blijven en hun zaken goed kunnen regelen - is het volgende besloten. Na opstelling van hun balans blijkt uit de inkomsten en uitgaven dat zij jaarlijks ongeveer 1.700.000 gld. tekortkomen. Door hervatting van de handel verwacht men 700.000 gld. aan licenten te kunnen innen. Hierdoor blijft nog 1.000.000 gld. over.
De Raad zal bij zijn propositie voor de jaarlijkse financiering van de zeeoorlog 1.000.000 gld. inbrengen, of zoveel als het tekort telkens beloopt. Tevens zullen de voorstellen van de generaals en de pachters van de konvooien en licenten, gericht op vergroting van de opbrengsten van dit middel, worden bestudeerd.
De grote equipages die de afgelopen tijd zijn gedaan voor de vloot van L'Eremite, die van De Haultain en voor de schepen in de Engelse vloot, zijn de voornaamste oorzaak geweest van de tekorten van de Admiraliteiten. Om voortaan niet op eenzelfde wijze in schulden te geraken, zullen er geen extraordinaris equipages meer worden ondernomen tenzij tegelijk ook de petitie voor de kosten wordt opgesteld.
Onder het mom van gebrekkige betaling wordt de dienst van het land soms verwaarloosd. Er is een voorstel gedaan dat de betaling van de dertig schepen, vijf jachten en vijf fregatten voor de blokkade van de kust van Vlaanderen regelt uit het bedrag van 1.000.000 gld. dat de provincies voor de zeeoorlog zouden moeten opbrengen. In overweging wordt gegeven of het ter aanmoediging van het zeevarend volk en ter verzekering van de naleving van de maatregelen op zee, niet beter zou zijn de 1.000.000 gld. exclusief hiervoor te bestemmen.
Bij de provincies zal worden beijverd dat zij het subsidie elk kwartaal aan Doublet betalen, die op zijn beurt het geld aan de Admiraliteiten uitkeert. Dit geld zouden de Colleges slechts tot betaling van de schepen op de Vlaamse kust mogen uitgeven. De provincies dienen hierover binnen zes weken een verklaring op te sturen.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 3906.