3
De
Bewindhebbers van de WIC
verzoeken de schulden, inclusief rente, van in gebreke blijvende participanten te mogen innen. Dit is niet in overeenstemming met de resolutie van 27 nov. 1626, maar wel met de diverse besluiten die de Heren Negentien van tijd tot tijd hebben genomen. Ook vraagt de Compagnie goedkeuring van de uitspraak van de door
Holland
aangestelde bemiddelaars inzake de zoutvaart. Ten derde zouden HHM
de Compagnie moeten machtigen in de artikelbrief op te nemen dat zij mag
volstaan met een eenmalige betaling der restanten van overleden of
niet teruggekeerde matrozen en krijgsvolk. Degenen die later aanspraken willen doen moeten zich dan wenden tot hen die het geld hebben gekregen
of
aan de eventuele borgen.
Noortwyck en
Beaumont zullen de
stukken onderzoeken en verslag uitbrengen.