5
In zijn memorie heeft
Carl van Cracou voorgesteld de schepen naar de
Sont te
voorzien van zes in
plaats van vier konvooiers. De
gedeputeerden van de Admiraliteiten menen met vijf te kunnen
volstaan:
drie van
Amsterdam
en twee van
het
Noorderkwartier
.
HHM volgen het advies van de Admiraliteiten.
Het voorstel van Cracou om de schepen die vanuit
Frankrijk met
zout of wijn geladen in admiraalschap naar het noorden
doorvaren, vanaf
Texel te laten konvooieren tot
voorbij het
Jutse Rif
is
goedgevonden.
Eveneens wordt besloten dat schippers die uit de Sont komen aan de konvooimeesters hun admiraalsbrief dienen te tonen, op straffe van de bepalingen zoals vermeld in artikel 44 van het plakkaat op de uitrusting van de koopvaardijschepen. De boete zal voor de helft voor de armen zijn. Van de andere helft ontvangen de fiscaal en de konvooimeester ieder een achtste deel en de aanbrenger een kwart. De konvooimeester zal geen paspoorten mogen verlenen alvorens de admiraalsbrief is afgegeven.