1
Ter vergadering verschijnen
Adriaen Pieterssen, gecommitteerde in de Generaliteitsrekenkamer, en
Van IJk, ontvanger van de
Admiraliteit te
Rotterdam. Pieterssen heeft volgens de resolutie
van HHM van 26
jan. de
restanten van de ontvanger gecontroleerd. Deze belopen tot en met
april
1626
ongeveer 90.000 gld. De ontvanger heeft getracht dit te innen, maar
niets ontvangen. Sommige konvooimeesters beroepen zich daarbij op
hun
eigen restanten, anderen op ordonnanties die zij voorgeven te
moeten
betalen. Weer anderen menen nog assignaties te hebben van de
voormalige ontvanger
Vroesen of
verzoeken om
uitstel van betaling.
HHM besluiten de Admiraliteiten te schrijven dat zij de restanten moeten innen en geen enkel excuus dienen te honoreren, behalve in het geval op assignaties order [tot betaling] is gegeven. Tevens dienen zij alle ontvangers van de konvooien precies rekening te laten doen van de nog resterende acht maanden over 1626, en wel binnen drie of vier weken. Het sluiten van de rekening moet zonder verder uitstel geschieden.