17
HHM hebben beraadslaagd over de brief op 16 feb. ontvangen brief van
Languerack.
HHM besluiten te antwoorden dat Languerack de
kardinaal moet houden aan zijn belofte uiterlijk aan het eind van deze
maand de
juni vorig jaar verschenen subsidie van 500.000 gld. te betalen.
Hij moet Richelieu verzekeren dat hier
niet over vrede of een bestand wordt onderhandeld. Ook moet hij
conform de resolutie van 23 jan.
bewerkstelligen dat het
traktaat
van
Compiègne eenvoudigweg wordt verlengd.
De pogingen die
La Louette
onderneemt tegen het
arbitrale
vonnis van HHM dient hij te bestrijden met de hem geschreven
middelen en motieven.
Hieraan kan nog worden toegevoegd dat La Louette
door HHM niet als
advocaat van de ambassadeurs of anderszins is erkend.
Languerack schrijft ook dat de Raad [van de koning] heeft besloten de schippers die de ruiterij van
Mansfeld hebben vervoerd, te laten betalen door de burgemeester
van
Calais volgens de te
Rouen uitgevoerde taxatie. De schippers dienen hun
chertepartijen
te
sturen naar
Adam de Roij in Rouen.
Hij zal de betaling
regelen, echter zonder de geleden schade te
vergoeden.
Dit specifieke punt zal de RvS, die de afrekening van de scheepsvrachten heeft opgesteld, voor advies worden voorgelegd.